Onvoldoende onderzoek OM naar aanwezigheid geldbedragen: feit dat er nauwelijks rechtshulprelatie is met betreffende landen mag niet in nadeel verdachte werken

Rechtbank Rotterdam 14 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9183

Er is door het OM onvoldoende onderzoek gedaan naar de door de verdachte afgelegde verklaring voor de aanwezigheid van grote geldbedragen. Het feit dat onderzoek moeilijk is omdat er nauwelijks een rechtshulprelatie is met de landen waar dit onderzoek zou moeten plaatsvinden, mag niet in het nadeel van de verdachte werken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Rb gaat uitgebreid in op kenmerken btw-carrouselfraude

Rechtbank Overijssel 27 augustus 2021, ECLI:NL:RBOVE:2021:3526

Verdachte heeft zich gedurende een geruime periode als feitelijke leidinggevende van bedrijf 1 schuldig gemaakt aan belastingfraude en valsheid in geschrift door met die vennootschap deel te nemen aan btw-carrousels. Binnen deze carrousels werden fictieve handelsstromen vormgegeven door gebruik te maken van onder andere valse facturen. Deze btw-fraude heeft ertoe geleid dat er te weinig btw is afgedragen door meerdere bedrijven (de ploffers) en ten onrechte btw is teruggevraagd door andere bedrijven (de buffers en de bedrijven die als start en eindpunt fungeerden) in de btw-carrousel.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak van (medeplichtigheid aan) oplichting en witwassen

Rechtbank Gelderland 31 augustus 2021, ECLI:NL:RBGEL:2021:5019

Uit het dossier kan worden afgeleid dat verdachte oplichtingen heeft gefaciliteerd door het inschrijven van het bedrijf in het register van de Kamer van Koophandel, het openen van de bankrekening en het verstrekken aan een derde van de bankgegevens. Om die handelingen echter als strafbare medeplichtigheid aan de in de tenlastelegging beschreven oplichtingen, zoals aan verdachte subsidiair ten laste is gelegd, te kunnen aanmerken moet kunnen worden bewezen dat verdachte aan het plegen van oplichtingen heeft willen bijdragen. Dat, anders gezegd, het opzet van verdachte, al dan niet in voorwaardelijke zin, was gericht op de door de oplichters gepleegde oplichtingen of in ieder geval het plegen van oplichtingen in het algemeen. Uit het dossier kan slechts worden afgeleid dat verdachte zich, nadat hij de inschrijving bij de Kamer van Koophandel en de bankrekening had geregeld, er niet meer van heeft vergewist waarvoor die inschrijving en bankrekening werden gebruikt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aannemelijkheidstoets bestuursrechter vs. maatstaf van wettig en overtuigend bewijs strafrechter

Rechtbank Rotterdam 22 april 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:8838

Verdachte wordt primair verweten dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan het nalaten bij het UWV te melden dat hij inkomsten uit arbeid genoot, terwijl hij een WAO-uitkering ontving. Niet is komen vast te staan dat de verdachte vermogensbeheeractiviteiten heeft verricht dat deze het normale vermogensbeheer overstijgen en sprake is van inkomsten uit arbeid. De bestuursrechter hanteert een aannemelijkheidstoets, de strafrechter de maatstaf van wettig en overtuigend bewijs. In deze zaak halen de belastende feiten en omstandigheden, hoewel zij aannemelijk kunnen zijn, de strafrechtelijke drempel niet.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling Ennetcom: geen oplegging van straf vanwege vergrijpboete van ruim €1,3 miljoen

Rechtbank Rotterdam 21 september 2021, ECLI:NL:RBROT:2021:9086

Ennetcom, een bedrijf dat zich bezighield met de verkoop van PGP-telefoons, werd verdacht van deelname aan een criminele organisatie, betrokkenheid bij witwassen en valsheid in geschrifte. Er is verweer gevoerd over de start van het onderzoek, de rechtmatigheid van de verkrijging van de Ennetcomdata in Canada, strijd met de Prokuratuur-jurisprudentie, onrechtmatigheid van de ontsleuteling van de PGP-berichten, analyse van de Ennetcomdata met software Hansken, schending van privacyrechten, ne bis in idem en una via-beginsel.

Read More
Print Friendly and PDF ^