Hof heeft algemeen directeur en bestuurder van benadeelde rechtspersoon i.p.v. rechtspersoon zelf aangemerkt als b.p.

Hoge Raad 22 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:742

Het middel klaagt dat de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij aan betrokkene 1 onbegrijpelijk is. In de toelichting op het middel wordt geklaagd dat het hof onvoldoende heeft gemotiveerd waarom betrokkene 1 als benadeelde partij is aangemerkt nu hij – zoals de verdachte tijdens het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg en in hoger beroep heeft aangevoerd – geen (mede-)eigenaar is van het kerkgebouw waarvan ramen zijn vernield.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over het betrekken van geldbedragen die het voorwerp zijn van witwassen in een eenvoudige kasopstelling in het kader van de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel

Parket bij de Hoge Raad 15 mei 2018, ECLI:NL:PHR:2018:459

Read More
Print Friendly and PDF ^

Aanvang redelijke termijn in WOTS zaken

Hoge Raad 15 mei 2018, ECLI:NL:HR:2018:716

Het middel klaagt over het oordeel van de Rechtbank dat geen sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, in het bijzonder over het oordeel van de Rechtbank dat de op zijn redelijkheid te beoordelen termijn pas is aangevangen met de betekening van de vordering van de Officier van Justitie als bedoeld in art. 18, eerste lid, Wet overdracht tenuitvoerlegging strafvonnissen (WOTS) tot het verlenen van verlof tot de tenuitvoerlegging van de door de Duitse rechter aan de veroordeelde opgelegde vrijheidsbenemende sanctie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG: Fiscale fraude & Klachten m.b.t. de bewezenverklaring medeplegen, opzet rechtspersoon en feitelijk leidinggever, schending nemo tenetur en strafmotivering

Parket bij de Hoge Raad 15 mei 2018, ECLI:NL:PHR:2018:441

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toe te passen maatstaf ingeval o.g.v. art. 94a Sv beslag rust op het inbeslaggenomen voorwerp en een derde in een beklagprocedure a.b.i. art. 552a Sv om teruggave verzoekt

Hoge Raad 17 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:613

Bij de beoordeling van het middel moet worden vooropgesteld dat de rechter in een geval als het onderhavige, waarin op de voet van art. 94a Sv beslag rust op het inbeslaggenomen voorwerp en een derde in een beklagprocedure op de voet van art. 552a Sv om teruggave verzoekt, als maatstaf moet aanleggen of zich het geval voordoet dat buiten redelijke twijfel is dat die derde als eigenaar van dat inbeslaggenomen voorwerp moet worden aangemerkt en daarvan in zijn beslissing blijk moet geven.

Read More
Print Friendly and PDF ^