Geen strafrechtelijke vervolging van de Belastingdienst in de Kinderopvangtoeslagenaffaire

Gerechtshof Den Haag 13 juli 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1301

Het gerechtshof Den Haag heeft in een beklagprocedure beslist dat de Belastingdienst niet strafrechtelijk zal worden vervolgd. Het strafrecht biedt daartoe niet de mogelijkheid. Een aantal klagers in de beklagprocedure had aangifte gedaan van strafbare feiten die gepleegd zouden zijn door de Belastingdienst bij de stopzetting en terugvordering van kinderopvangtoeslagen. Het zou gaan om beroepsmatige discriminatie, knevelarij, dwang door misbruik van gezag en lasterlijke aanklacht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Fiscale fraude: Strafmaatappel met verzoek om conform voorstel AG oplegging van taakstraf. Hof legt hogere gevangenisstraf op dan rb.

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 21 juni 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1944

De verdachte is door de rechtbank inzake het meermalen opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte (omzetbelasting) veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Gelet op de ernst van het feit, de aard en omvang van de fraude en de strafindicatie in de LOVS-oriëntatiepunten komt het hof tot de oplegging van een hogere straf. Omdat de redelijke termijn in de fase van eerste aanleg is overschreden, zal het hof deze overschrijding verdisconteren in de straftoemeting. Aan de verdachte wordt een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, opgelegd.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Schending ambtsgeheim: niet relevant hoe geheime gegevens zijn verstrekt

Gerechtshof Den Haag 23 juni 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:1063

Een politieambtenaar wordt veroordeeld voor het delen van politie-informatie met een derde (schending ambtsgeheim). Uit de wetsgeschiedenis volgt dat het schenden van een geheim, in de zin van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht, moet worden uitgelegd als het verstrekken van geheime gegevens aan een ander, die tot kennisneming daarvan onbevoegd is. De wijze waarop zulks is geschied, is daarbij niet relevant. Verder is de politieambtenaar veroordeeld voor het bevragen van de politiesystemen voor privédoeleinden (computervredebreuk). Op grond van artikel 138ab van het Wetboek van Strafrecht is (ook) sprake van wederrechtelijk binnendringen wanneer men zich buiten de opgedragen (wettelijke) taak – en dus onbevoegd – de toegang verschaft tot een (deel van een) geautomatiseerd werk.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak in belastingfraudezaak: Niet voldaan aan strekkingsvereiste

Gerechtshof Amsterdam 1 juni 2022, ECLI:NL:GHAMS:2022:1722

De vraag waarvoor het hof zich bij dit feit mede gesteld ziet, is of het handelen van de verdachte ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven (het strekkingsvereiste van artikel 69 Awr). Naar bestendige jurisprudentie is aan het strekkingsvereiste voldaan indien de gedraging naar haar aard en in het algemeen geschikt is teweeg te brengen dat onvoldoende belasting wordt geheven. In het onderzoek is niet komen vast te staan dat de verdachte in de onderzochte jaren belastbare inkomsten (bijvoorbeeld handel in horloges) heeft gehad, of dat hij meer bezittingen had dan schulden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Partiële vrijspraak opzettelijk doen van onjuiste aangiften IB wegens het niet in die aangiften vermelden van de door de B.V. aan de holdingmaatschappij van de verdachte gedane betalingen

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 31 mei 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1749

Aangezien het strafrechtelijk onderzoek gebaseerd is op het uitgangspunt dat aan de managementvennootschap-structuur realiteit moet worden ontzegd, is geen (strafrechtelijk) onderzoek gedaan naar de wijze waarop de betalingen aan de holdingmaatschappij indirect aan de verdachte, als enig aandeelhouder van de holdingmaatschappij (tot 26 mei 2014), ten goede zouden zijn gekomen en een belastbaar feit zouden opleveren, en is evenmin onderzocht of sprake was van zogenoemd fictief loon van de holdingmaatschappij. Daarmee biedt het procesdossier onvoldoende bewijs voor de vaststelling dat daarom de aangiften inkomstenbelasting over de jaren 2010 tot en met 2015 onjuist en/of onvolledig zouden zijn, laat staan dat bewezen zou zijn dat de verdachte deze aangiften daarom opzettelijk (ook niet in de zin van voorwaardelijk opzet) onjuist en/of onvolledig zou hebben gedaan.

Read More
Print Friendly and PDF ^