Vrijspraak van (feitelijk leiding geven aan) valsheid in geschrift en het opzettelijk gebruik maken van een vals of vervalst geschrift

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 12 april 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1195

Op grond van de stukken in het dossier kan het hof niet boven redelijke twijfel vaststellen dat de verdachte documenten aan het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch aan de belastingrechter en aan de Belastingdienst heeft overgelegd terwijl hij wist dat deze vals dan wel vervalst waren en dat hij deze documenten opzettelijk als echt en onvervalst heeft gebruikt, dan wel dat hij welbewust de aanmerkelijk kans heeft aanvaard dat hij gebruik maakte van valse of vervalste documenten.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak vanwege ontbreken bewijs voor ambtelijke corruptie

Gerechtshof Den Haag 24 februari 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:425

Binnen de partij is voorafgaand aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2018 de volgende afspraak gemaakt. Wanneer de partij één wethouder zou leveren, dan zou die wethouderspost gaan naar de verdachte. Medeverdachte zou dan fractievoorzitter worden. De partij was van oordeel dat de wijze waarop medeverdachte invulling wilde geven aan het fractievoorzitterschap van dien aard was, dat hij bovenop de vergoeding die hij als raadslid zou ontvangen, een vergoeding van 1000 euro per maand uit de partijkas zou ontvangen. Aan deze vergoeding werd geen andere voorwaarde gesteld dan het uitvoeren van de functie van fractievoorzitter.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Afwijzing beklag ex art. 12 Sv: geen vervolging voor schending ambtsgeheim na aangifte van landelijk coördinerend officier van justitie Rijksrecherche

Gerechtshof Den Haag 30 maart 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:668

In de onderhavige zaak is het hof van oordeel dat bij de huidige stand van zaken onvoldoende aanknopingspunten voorhanden zijn voor een succesvolle vervolging van beklaagde. Er is naar aanleiding van de melding van schending ambtsgeheim geen proces-verbaal opgemaakt. Kennelijk was daaraan zijdens de opsporingsdiensten en het openbaar ministerie geen behoefte. Verder is niet gebleken dat het betreffende opsporingsonderzoek is belemmerd of nadeel heeft ondervonden. Tot slot is in een intern onderzoek door het ministerie van Buitenlandse Zaken van integriteitsschending door beklaagde niet gebleken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Veroordeling voor feitelijk leidinggeven aan het door twee uitzendbureaus valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie en het doen van onjuiste aangiften

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29 maart 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1044

Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat hij zich als feitelijk leidinggever schuldig heeft gemaakt aan het door besloten vennootschap 1 B.V. respectievelijk (voorheen geheten) besloten vennootschap 2 B.V. valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie en het opzettelijk doen van onjuiste en onvolledige aangiften voor de loonheffing. Deze vennootschappen waren actief in de uitzendbranche. Met valse facturen is voorgewend dat personeel werd ingeleend van aan de verdachte gelieerde (onder meer buitenlandse) rechtspersonen, terwijl in werkelijkheid de eigen uitzendkrachten werden ingezet. Die facturen zijn opgenomen in de bedrijfsadministraties, waardoor deze administraties valselijk zijn opgemaakt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak van het feitelijk leidinggeven aan het opzettelijk valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29 maart 2022, ECLI:NL:GHSHE:2022:1036

Van voorwaardelijk opzet op een bepaald gevolg, in dit geval het valselijk opmaken van de bedrijfsadministratie, kan worden gesproken indien de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan de aanmerkelijke kans dat dat gevolg zal intreden. Daarbij dient het te gaan om een kans die naar algemene ervaringsregels aanmerkelijk is te achten. Voor de vaststelling dat de verdachte zich willens en wetens heeft blootgesteld aan zulk een kans is niet alleen vereist dat de verdachte wetenschap heeft van de aanmerkelijke kans dat het gevolg zal intreden, maar ook dat hij die kans ten tijde van de gedraging bewust heeft aanvaard (op de koop toe heeft genomen). Uit de enkele omstandigheid dat die wetenschap bij de verdachte aanwezig is dan wel bij hem moet worden verondersteld, kan niet zonder meer volgen dat hij de aanmerkelijke kans op het gevolg ook bewust heeft aanvaard.

Read More
Print Friendly and PDF ^