Fiscale fraudezaak: hof is van oordeel dat de zaak - ondanks dat er geen grieven zijn opgegeven - ambtshalve dient te worden onderzocht, nu sprake is van een evident onjuist vonnis

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 4 september 2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:2740

Anders dan door de advocaat-generaal is gevorderd, zal het hof evenwel geen toepassing geven aan het bepaalde in artikel 416, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, aangezien het hof van oordeel is dat de strafzaak onderzocht dient te worden. Het is het hof namelijk aanstonds gebleken dat sprake is van een evident onjuist vonnis.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Werkstraf voor oud-Staatssecretaris

Gerechtshof Amsterdam 9 september 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2433

Een oud-staatsecretaris van Sociale Zaken is in hoger beroep veroordeeld tot 100 uur werkstraf voor het feitelijk leidinggeven aan het plegen van belastingfraude door zijn 2 vennootschappen. Het gerechtshof Amsterdam heeft dit vandaag beslist. De rechtbank legde hem eerder een gevangenisstraf van 5 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, op. Het Openbaar Ministerie (OM) eiste in hoger beroep oplegging van dezelfde straf.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Toerekening aan VOF bedrijfsmatig valselijk opmaken van doelgroepverklaringen. Ook niet in TLL genoemde verklaringen meegewogen voor benadelingsbedrag enstrafoplegging.

Gerechtshof Amsterdam 17 augustus 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2285

Met de rechtbank is het hof van oordeel dat de in de tenlastelegging genoemde doelgroepverklaringen valselijk zijn opgemaakt en dat de verklaringen vervolgens zijn verstrekt aan de in de tenlastelegging genoemde werkgevers. Het hof ziet zich vervolgens gesteld voor de vraag of die verboden gedragingen kunnen worden toegerekend aan VOF. Die vraag dient bevestigend te worden beantwoord, waarbij de volgende feiten en omstandigheden van belang zijn.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk: verzuimboeten hebben dezelfde rechtsgevolgen als kennisgeving niet verdere vervolging

Gerechtshof Den Haag 14 augustus 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1532

Het hof heeft vastgesteld dat ‘terzake van de feiten’ die aan de verdachte ten laste zijn gelegd, voor de aanslagjaren 2014 en 2015 aan hem verzuimboeten zijn opgelegd. Gelet daarop is sprake van ‘bestuurlijke boeten’ met dezelfde rechtsgevolgen als een kennisgeving van niet verdere vervolging. Op grond van artikel 246, eerste lid, van het Wetboek van strafvordering eindigt daardoor de zaak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Ontstaan redelijke verdenking van een nieuw strafbaar feit is, ondanks latere vrijspraak, voldoende om na een eerder sepot alsnog tot vervolging over te gaan

Gerechtshof Den Haag 16 juni 2020, ECLI:NL:GHDHA:2020:1408

De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk dient te worden verklaard in de vervolging, nu het Openbaar Ministerie de zaak eerder voorwaardelijk heeft geseponeerd. Nu niet is bewezen dat de verdachte nadien een strafbaar feit heeft gepleegd, immers zij is in eerste aanleg vrijgesproken.

Read More
Print Friendly and PDF ^