Veroordeling voor overtreding van artikel 2:3a Wft: medeplegen van het opzettelijk zonder vergunning uitoefenen van het bedrijf van betaaldienstverlener & hawala bankieren

Gerechtshof Amsterdam 30 januari 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:252 De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het verrichten van illegale geldtransacties. In de ten laste gelegde en bewezenverklaarde periode, die relatief kort is, heeft de verdachte veelvuldig grote contante geldbedragen grensoverschrijdend en buiten het formele geldcircuit, verplaatst of uitbetaald. De rol van de verdachte was die van een tussenpersoon, die via medeverdachte 5 en in opdracht van medeverdachten medeverdachte 2 en 1, financiële diensten verleende.

De verdachte heeft de bovengenoemde geldtransfers bedrijfsmatig als betaaldienstverlener verricht zonder te beschikken over een daartoe door de Nederlandse Bank verleende vergunning, dan wel een door die instelling geregelde vrijstelling. De verdachte heeft zich zodoende onttrokken aan de regels van het financiële toezichtrecht.

Uit de inhoud van het strafdossier blijkt, dat de verdachte pas sedert 10 november 2009 in Nederland woonachtig was. Dit brengt mee dat het hof ervan uitgaat dat de verdachte ten tijde van bewezenverklaarde transacties die vóór 10 november 2009 hebben plaatsgevonden (transacties 2, 6 en 7) nog geen zetel in Nederland had, zoals het verbod in artikel 2:3a van de Wet op het financieel toezicht vereist. Derhalve zal de verdachte in zoverre worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Gelet op de aard en de ernst van dit feit, alsmede de hoeveelheid geldtransacties die de verdachte in een korte periode op bedrijfsmatige wijze heeft verricht en de hoogte van de bedragen, is het hof van oordeel, dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is.

Het hof veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 maanden.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^

'Compliance in de recente literatuur - Een mogelijke ontsnapping uit het regeltjeskeurslijf?'

Het afgelopen jaar zijn twee boeken over compliance in Nederland verschenen. In dit artikel wordt op beide ingegaan. De tweede (geheel herziene) druk van het boek Compliance in het financieel toezichtrecht en de jongste editie (2015) van het Jaarboek Compliance. Beide boeken bestaan uit een verzameling artikelen van diverse auteurs. Naast de boeken worden ook de congressen waar de boeken zijn gepresenteerd kort besproken en wordt op basis hiervan duiding gegeven aan de ontwikkelingen op het gebied van compliance. Daarbij wordt eerst de ontwikkeling geschetst die leidt tot steeds meer regels, daarna komen de negatieve gevolgen van deze ontwikkeling aan bod en wordt de oplossing beschreven om de focus meer te leggen op een verbetering van cultuur en gedrag. Tot slot wordt betoogd dat die oplossing alleen zal werken als voldaan wordt aan het Amerikaanse adagium ‘Walk the Talk’ en er een daadwerkelijke verschuiving plaatsvindt naar open (principle based) regelnaleving en bijbehorend extern en intern (compliance)toezicht. Lees verder:

 

Print Friendly and PDF ^

'Toezicht en handhaving door (financiële) toezichthouders: een jurisprudentieoverzicht'

In de afgelopen periode verscheen een groot aantal interessante en voor de praktijk relevante uitspraken op het gebied van toezicht en handhaving. Toezicht en handhaving leidt tot steeds nieuwe rechtsvragen en daar zal, zeker op het terrein van het financiële recht de komende jaren geen verandering in komen. Voor de financiële sector is in dit verband natuurlijk een aardverschuiving dat de ECB per 4 november 2014 het toezicht op ‘significante’ banken van de nationale banktoezichthouders heeft overgenomen. Die verschuiving van bevoegdheden roept tal van interessante vragen op. Het is tegen deze achtergrond ook niet zonder betekenis dat in 2014 de jaarvergadering van de Vereniging voor Administratief Recht in het teken stond van het thema bestraffende sancties. Lees verder:

 

Print Friendly and PDF ^

Zonder vergunning aanbieden of verrichten van diensten als effectenbemiddelaar, art. 7 lid 1 Wte 1995 (oud)

Hoge Raad 21 april 2014, ECLI:NL:HR:2015:1096      Het Gerechtshof Den Haag heeft verdachte bij arrest van 18 december 2013 veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 180 uren ter zake van medeplegen van opzettelijke overtreding van het voorschrift, gesteld bij artikel 7, eerste lid, van de Wet toezicht effectenverkeer, meermalen gepleegd.

Het Hof heeft ten aanzien van de bewezenverklaring onder meer het volgende overwogen:

"De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken en daartoe overwogen dat uit de bewijsmiddelen onvoldoende blijkt dat het [C] danwel de onderneming [A] ([A]) daadwerkelijk heeft bestaan en dat de aan de beleggers aangeboden 'shares' daadwerkelijk waardepapieren betroffen, zodat de aan de beleggers verstrekte 'shares' niet als effecten in de zin van de Wte 1995 kwalificeren en niet gezegd kan worden dat verdachte en/of (een van) zijn medeverdachte(n) door te handelen als in de dagvaarding omschreven als effectenbemiddelaar in de zin van artikel 7 Wte 1995 werkzaam is/zijn geweest. Het openbaar ministerie is tegen deze vrijspraak in hoger beroep gekomen.

Dienaangaande overweegt het hof het volgende.

In de tijdens de tenlastegelegde periode geldende Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte) werd onder effecten verstaan: aandelenbewijzen, schuldbrieven, winst- en oprichtersbewijzen, optiebewijzen, warrants en soortgelijke waardepapieren (artikel 1 onder a Wte). Ingevolge artikel 7, eerste lid, Wte 1995 was het ten tijde van de tenlastegelegde periode verboden om "zonder vergunning als effectenbemiddelaar of vermogensbeheerder in of vanuit Nederland diensten aan te bieden of te verrichten". Met dit toezicht op het effectenverkeer beoogde de wetgever (onder meer) beleggers en spaarders te beschermen tegen malafide aanbiedingen, onvoldoende informatie en ondeskundig optreden.

[B] bood haar cliënten termijncontracten - "shares" genoemd - aan die (op termijn) recht gaven op een deel van het rendement dat werd behaald op door de investeringsmaatschappij [A] aangekochte objecten. [B] ontving vermogen (de inleg) van de cliënten ten behoeve van de investeringen door [A]. De cliënten ontvingen een 'share' dat door [A] uitgegeven zou zijn, ter grootte van de inleg. De inleg zou na de looptijd van drie jaar gegarandeerd zijn. Het uitsluitend, of nagenoeg uitsluitend, oogmerk van de cliënten betrof het door de belegging realiseren van een positief financieel rendement naast de gegarandeerde inleg. Gelet hierop en gezien de doelstelling van artikel 7 voornoemd moet geoordeeld worden dat [B] als effectenbemiddelaar diensten aanbood of verrichtte. Daaraan doet niet af dat het [C] of [A] niet daadwerkelijk hebben bestaan, de 'shares' niet daadwerkelijk waardepapieren betroffen of de ontvangen gelden niet (alle) daadwerkelijk door [A] zijn geïnvesteerd, nu [B] wel aan haar cliënten heeft gecommuniceerd dat de betaalde inleggelden zouden worden geïnvesteerd."

Middel

Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat de verdachte zonder vergunning "als effectenbemiddelaar (...) diensten heeft aangeboden en/of verricht" in de zin van art. 7, eerste lid, Wet toezicht effectenverkeer (Wte 1995).

Beoordeling Hoge Raad

Blijkens de overwegingen heeft het Hof vastgesteld dat [B] "haar cliënten termijncontracten - 'shares' genoemd - aan[bood] die (op termijn) recht gaven op een deel van het rendement dat werd behaald op door de investeringsmaatschappij [A] aangekochte objecten" en dat [B] "vermogen (de inleg) van de cliënten [ontving] ten behoeve van de investeringen door [A]", alsmede dat "cliënten (...) een 'share' [ontvingen] dat door [A] uitgegeven zou zijn, ter grootte van de inleg" en dat "de inleg (...) na de looptijd van drie jaar gegarandeerd [zou] zijn".

Gelet hierop geeft het oordeel van het Hof dat de gedragingen van de bij die activiteiten van [B] betrokken verdachte kunnen worden aangemerkt als het als effectenbemiddelaar aanbieden of verrichten van diensten in de zin van art. 7, eerste lid, Wte 1995, niet blijk van een onjuiste rechtsopvatting. Dat oordeel is ook niet onbegrijpelijk. De omstandigheid dat deze 'shares' betrekking hadden op een investeringsfonds '[C]' en een investeringsmaatschappij '[A]' waarvan niet gebleken is dat zij daadwerkelijk hebben bestaan, leidt niet tot een ander oordeel.

Het middel faalt.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^

Wet op het financieel toezicht tekst & toelichting

De financiële markten zijn volop in beweging en daarmee de Wet op het financieel toezicht (Wft) ook. Sinds de inwerkingtreding van deze wet hebben ruim vijftig wetswijzigingen het daglicht gezien. Met deze wijzigingen ging een stroom aan Kamerstukken met officiële toelichtingen gepaard hetgeen het achterhalen van de complete toelichting bij de artikelen uit de Wft tot een complexe en tijdrovende zoektocht maakt.

Wet op het financieel toezicht tekst & toelichting

Dit boek biedt u een toegankelijke, gerangschikte toelichting op de artikelen uit de Wft. Er is een toepasselijkheidstabel opgenomen waaruit snel is af te leiden welke artikelen per financiële onderneming relevant zijn. Daarnaast zijn een trefwoordenregister en margekopjes toegevoegd om snel te zien wat de strekking van een bepaling is. Hierdoor is een handig naslagwerk ontstaan voor iedereen die actueel inzicht wil in de Wet op het financieel toezicht.

Wet op het financieel toezicht - Lagere Regelgeving tekst & toelichting

Menig artikel van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is verder uitgewerkt in lagere regelgeving van de minister van Financiën. Daarnaast zijn enkele regelingen en beleidsregels vastgesteld door de Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank. Veel van deze regelingen zijn in de afgelopen jaren gewijzigd, wat resulteert in gefragmenteerde officiële toelichtingen. In deze uitgave zijn de toelichtingen voor 26 regelingen geordend en eenvoudig toegankelijk gemaakt. Aan de orde komen onder andere de Uitvoeringsregeling Wft, de Vrijstellingsregeling Wft en het Besluit openbare biedingen Wft.

 

Praktische Informatie

Druk 3
ISBN 9789013130515
Redacteur Rezah Stegeman
Prijs combi-pakket € 199,50
Klik hier om te bestellen via Kluwer.
Print Friendly and PDF ^