Witwassen: geldbedragen afkomstig uit eigen misdrijf, toepassing buitenwettelijke kwalificatieuitsluitingsgrond

Gerechtshof Amsterdam 27 oktober 2015, ECLI:NL:GHAMS:2015:4699 Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het medeplegen van witwassen.

Hetzelfde hof heeft bij arrest van dit hof van 22 juni 2010 de verdachte en medeverdachte onherroepelijk veroordeeld voor afpersingen. De in de tenlastelegging (onder 2 sub A) genoemde geldbedragen zijn afkomstig van deze afpersingen zodat deze geldbedragen uit eigen misdrijf afkomstig zijn.

In het geval dat het witwassen betrekking heeft op voorwerpen onmiddellijk afkomstig uit eigen misdrijf, dient er sprake te zijn van een handeling die erop is gericht om de crimineel verkregen voorwerpen veilig te stellen. Indien vaststaat dat het enkele verwerven of voorhanden hebben door de verdachte van een voorwerp dat onmiddellijk afkomstig is uit een door hemzelf begaan misdrijf niet kan hebben bijgedragen aan het verbergen of verhullen van de criminele herkomst van de voorwerpen, kan die gedraging niet als witwassen worden gekwalificeerd. In dergelijke gevallen moet sprake zijn van een gedraging die meer omvat dan het enkele verwerven of voorhanden hebben en die een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst van dat door eigen misdrijf verkregen voorwerpen gericht karakter heeft.

Nu niet kan worden vastgesteld dat het verwerven of het voorhanden hebben van de geldbedragen een op het daadwerkelijk verbergen of verhullen van de criminele herkomst gericht karakter heeft gehad, kan het onder 2 sub A bewezen verklaarde feit niet als witwassen worden gekwalificeerd, zodat de verdachte ten aanzien hiervan dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^