Wetsvoorstel integere sport
/Op 1 september is het Conceptwetsvoorstel Wet integere sport gepubliceerd. Doel van dit voorstel is het bevorderen van een sociaal veilige en eerlijke sport door de oprichting van een nieuw zelfstandig bestuursorgaan: Integere Sport Nederland (ISN). Daarmee worden de taken van de huidige Dopingautoriteit en het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN) samengebracht in één organisatie.
Het wetsvoorstel bevat ingrijpende bepalingen over de inrichting van ISN, de verantwoordelijkheden van sportinstellingen en -organisaties, de rechtsbescherming en de verwerking van persoonsgegevens. Hieronder volgt een juridische analyse van de kernpunten, gebaseerd op zowel de memorie van toelichting als de conceptregeling.
1. Achtergrond en aanleiding
De aanleiding voor dit wetsvoorstel ligt in meerdere ontwikkelingen.
Onderzoek door de Commissie De Vries (2017) bracht de omvang van seksuele intimidatie en misbruik in de sport in kaart.
Later onderzoek door Andersson Elffers Felix (AEF, 2023) concludeerde dat sportinstellingen onvoldoende in staat zijn om grensoverschrijdend gedrag, doping en matchfixing zelfstandig te bestrijden. Gebrek aan menskracht, afhankelijkheid van vrijwilligers en het ontbreken van onderzoeksbevoegdheden spelen hierbij een rol.
De Tweede Kamer nam tussen 2021 en 2022 meerdere moties aan die aandrongen op een onafhankelijke opvolger van CVSN.
Het kabinet kiest daarom voor een meer gedeelde verantwoordelijkheid tussen sportsector en overheid: de sportsector blijft primair verantwoordelijk, maar krijgt structurele ondersteuning door een onafhankelijk orgaan.
2. Doel en inhoud van het wetsvoorstel
Het wetsvoorstel heeft als doel een integere sport te bevorderen. Dit begrip wordt gedefinieerd als een sport die eerlijk en sociaal veilig is (art. 3.1 lid 2 Wet integere sport).
Eerlijk verwijst naar sport zonder doping of manipulatie van wedstrijden.
Sociaal veilig ziet op een omgeving zonder agressie, intimidatie, discriminatie of seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Om dat doel te bereiken voorziet de wet in drie hoofdpunten:
Oprichting van ISN als publiekrechtelijk zbo (art. 2.1).
Verplichtingen voor sportinstellingen en sportorganisaties, waaronder het vaststellen van normen en het inrichten van meld- en opvolgprocedures (art. 3.2 en 3.5).
Grondslagen voor verwerking van persoonsgegevens, waaronder gevoelige gegevens en gegevens van strafrechtelijke aard (art. 2.9, 3.7 en 3.10).
3. Integere Sport Nederland (ISN)
3.1 Oprichting en taken
ISN wordt ingesteld als publiekrechtelijk zbo met rechtspersoonlijkheid (art. 2.1). De taken zijn opgesomd in art. 2.2 en omvatten onder meer:
uitvoering van het dopingbeleid en het dopingcontroleproces (onderdelen a–d),
onderzoek naar meldingen inzake manipulatie van wedstrijden en sociale veiligheid (onderdeel e),
advisering van sportorganisaties over opvolging (onderdeel f),
voorlichting over een integere sport (onderdeel g).
De memorie van toelichting benadrukt dat ISN hiermee het centrale meldpunt wordt voor integriteitsschendingen, met de bevoegdheid om meldingen niet alleen te registreren maar ook zelfstandig te onderzoeken.
3.2 Bevoegdheden
Om deze taken effectief te kunnen uitvoeren, krijgt ISN uitgebreide bevoegdheden:
Inlichtingenvordering bij sportinstellingen, begeleiders en aanbieders van sportweddenschappen (art. 6.6).
Antecedentenonderzoek waarbij eerdere meldingen en opvolgingsadviezen kunnen worden geraadpleegd (art. 6.5).
Last onder dwangsom bij niet-naleving van aanwijzingen of weigering van inlichtingen (art. 7.1).
Tussentijdse adviezen bij acute situaties (art. 6.10) en opvolgingsadviezen na afronding van onderzoek (art. 6.12).
3.3 Rechtsbescherming
De rechtsbescherming is beperkt. De beslissing van ISN om een melding niet te onderzoeken geldt als een feitelijke handeling en is dus geen Awb-besluitConcept memorie van toelichting…. Alleen besluiten m.b.t. de inlichtingenplicht of opgelegde lasten onder dwangsom zijn Awb-besluiten en daarmee appellabel. Voor overige opvolging geldt rechtsbescherming binnen het sporttuchtrecht of het arbeidsrecht.
4. Verplichtingen voor sportinstellingen en -organisaties
4.1 Zorgplicht en normstelling
Artikel 3.1 verplicht sportinstellingen en sportorganisaties tot zorg voor een integere sportconceptregeling Wet integere sp…. Concreet moeten zij normen vaststellen met betrekking tot doping, wedstrijdmanipulatie en sociale veiligheid (art. 3.2).
Deze normen:
moeten aansluiten bij de aard van de sport en de organisatie,
mogen niet in strijd zijn met wet, verdragen (WAD-code, Macolinverdrag) of aanvullende AMvB’s,
moeten kenbaar worden gemaakt aan leden en deelnemers.
ISN kan bij ontbreken van normen een aanwijzing geven (art. 3.3).
4.2 Interne meld- en opvolgprocedure
Sportinstellingen moeten een interne meld- en opvolgprocedure vaststellen (art. 3.5)conceptregeling Wet integere sp…. Deze procedure moet bescherming bieden aan melders tegen benadeling en kan door belanghebbenden via de kantonrechter worden afgedwongen.
4.3 Vrijstelling en ontheffing
Het wetsvoorstel voorziet in een vrijstellings- en ontheffingsmogelijkheid:
De minister kan vrijstelling verlenen voor bepaalde categorieën (art. 3.9 lid 1).
ISN kan individuele ontheffingen verlenen wanneer de verplichtingen onredelijk bezwarend zijn (art. 3.9 lid 2).
5. Gegevensverwerking en privacy
Een kernonderdeel van het wetsvoorstel betreft de verwerking van persoonsgegevens. Zowel ISN als sportinstellingen en externe tuchtcolleges krijgen wettelijke grondslagen en doorbrekingsgronden om bijzondere persoonsgegevens en gegevens van strafrechtelijke aard te verwerken (art. 2.9, 3.7, 3.10).
De memorie van toelichting wijst erop dat dit noodzakelijk is:
voor effectief onderzoek naar meldingen,
voor het publiceren van gepseudonimiseerde tuchtrechtelijke uitspraken,
en voor internationale informatie-uitwisseling in het kader van het Macolinverdrag.
Daarbij gelden aanvullende waarborgen, zoals bewaartermijnen, pseudonimisering en geheimhoudingsplichten.
6. Samenhang met internationaal en nationaal recht
Het wetsvoorstel sluit expliciet aan bij internationale verdragen:
het Internationaal Verdrag tegen doping in de sport,
en het Macolinverdrag inzake manipulatie van sportwedstrijden.
Nationaal recht wordt aangepast door:
intrekking van de Wet uitvoering antidopingbeleid (art. 9.4).
en wijzigingen in de Wet open overheid, zodat gevoelige gegevens buiten de reikwijdte van openbaarmaking vallen (art. 8.1).
7. Overgangsrecht
De overgangsbepalingen regelen dat de Dopingautoriteit en het CVSN worden geïntegreerd in ISN (art. 9.2).
Lopende besluiten van de Dopingautoriteit worden besluiten van ISN.
Gegevensbestanden van het CVSN moeten binnen zes maanden na inwerkingtreding worden overgedragen.
Conclusie
Het conceptwetsvoorstel Wet integere sport beoogt een forse systeemwijziging: de oprichting van Integere Sport Nederland als centrale, onafhankelijke instantie voor integriteit in de sport. Daarmee wordt versnippering van meldpunten en bevoegdheden tegengegaan.
Juridisch gezien is het voorstel ingrijpend: het legt sportinstellingen bindende verplichtingen op (normstelling, meldprocedures), introduceert vergaande bevoegdheden voor een nieuw zbo en biedt grondslagen voor verwerking van gevoelige persoonsgegevens. Tegelijkertijd blijft de primaire verantwoordelijkheid bij de sportsector liggen, in lijn met de vrijheid van vereniging (art. 11 EVRM).
Het wetsvoorstel markeert een duidelijke beweging naar gedeelde verantwoordelijkheid tussen overheid en sport. Of dit nieuwe stelsel daadwerkelijk bijdraagt aan een sociaal veilige en eerlijke sport zal mede afhangen van de implementatie, de samenwerking met tuchtcolleges en de effectiviteit van ISN in de praktijk.