Huis voor Klokkenluiders vraagt nieuwe Kabinet om aanvullende wetswijziging voor effectief toezicht en sancties

Het Huis voor Klokkenluiders heeft informateur Van Haersma Buma een brief gestuurd met het verzoek aan de formerende partijen om aanvullende wetswijzigingen door te voeren, zodat het Huis daadwerkelijk toezicht kan houden op de naleving van de Wet bescherming klokkenluiders (Wbk) en werkgevers kan sanctioneren wanneer zij melders benadelen. Volgens het Huis is dit “het sluitstuk van de rechtsbescherming” dat nodig is om melders van misstanden veilig te laten functioneren. De brief benadrukt dat de implementatie van de Wbk nog onvolledig is en dat nadere regelgeving vereist is om de al wettelijk vastgelegde toezichtstaken daadwerkelijk uit te kunnen oefenen.

Kwetsbaar maatschappelijk domein en belang van melders

Het Huis wijst erop dat recente incidenten – variërend van de toeslagenaffaire tot structureel grensoverschrijdend gedrag en problemen zoals de onveilige Babboe-bakfietsen – laten zien dat een goed functionerend meldsysteem van groot belang is. Melders spelen een cruciale rol bij het tijdig signaleren van misstanden van maatschappelijk belang. Juist daarom is effectieve bescherming onmisbaar: werknemers moeten misstanden kunnen melden zonder angst voor ontslag, overplaatsing of het niet verlengen van hun contract. Het Huis benadrukt dat deze bescherming onderdeel is van de rechtsstatelijke waarborgen die zowel nationaal als in Europees verband worden verlangd.

Huidig wettelijk kader: Wbk en amendement-Leijten

De Wet bescherming klokkenluiders trad op 18 februari 2023 in werking en verving de Wet Huis voor klokkenluiders uit 2016. De Wbk vormt de implementatie van Richtlijn (EU) 2019/1937 en voorziet in de verplichting voor werkgevers om veilige meldkanalen in te richten en melders te beschermen tegen benadeling.

In 2022 nam de Tweede Kamer het amendement Leijten c.s. aan, waarmee twee bepalingen — artikel 3a lid 3 onderdeel e en artikel 17i Wbk — aan de wet werden toegevoegd. Deze artikelen geven het Huis voor Klokkenluiders een toezichts- en sanctietaak, inclusief de bevoegdheid om op te treden wanneer werkgevers hun verplichtingen niet naleven. Daarmee is het fundament gelegd voor actieve handhaving door het Huis, maar deze bevoegdheden zijn zonder aanvullende regelgeving nog niet operationeel.

Onvolledige implementatie: afrondende regelgeving is noodzakelijk

Hoewel de wettelijke basis inmiddels bestaat, is het huidige stelsel volgens het Huis nog onvoldoende om effectieve bescherming te garanderen. Cruciale uitvoeringsregels ontbreken, waardoor er feitelijk geen consequenties staan op het schenden van de Wbk. Dit betekent dat melders in de praktijk nog steeds kwetsbaar zijn voor represailles, ondanks dat het verbod op benadeling wettelijk is vastgelegd.

Het Huis waarschuwt dat de rechtsbescherming daarmee “nog niet gerealiseerd” is en dat de situatie in andere Europese landen laat zien hoe snel bescherming kan verslechteren wanneer er geen sterke onafhankelijke autoriteit is. Nederland beschikt wél over een wettelijk kader en een speciaal Huis, maar zonder afrondende regelgeving blijft de bescherming incompleet.

Oproep aan de formerende partijen

Het Huis verzoekt het nieuwe Kabinet om de aanvullende wetswijzigingen zo snel mogelijk op te pakken. De vorige minister van Binnenlandse Zaken was met deze afronding begonnen, maar door de val van het Kabinet is dit traject stilgevallen. Het Huis dringt erop aan dat de formerende partijen dit werk voortzetten.

Pas wanneer het Huis toezicht kan houden op werkgevers én sancties kan opleggen bij overtreding van het benadelingsverbod, krijgen klokkenluiders de volledige rechtsbescherming die de wet beoogt te bieden. Daarmee wordt de drempel verlaagd om misstanden te melden en wordt de samenleving beter beschermd tegen schadelijke en potentieel gevaarlijke situaties.

Print Friendly and PDF ^