HR: De verwijzing naar de tapgesprekken voldoet niet aan het vereiste van nauwkeurigheid en delen van de bewezenverklaring worden voorts niet door de inhoud van de bewijsvoering geschraagd

Hoge Raad 30 oktober 2012, LJN BX4762 Feiten

Het Gerechtshof te Amsterdam heeft bij arrest van 6 september 2011 het vonnis in eerste aanleg waarbij verdachte is veroordeeld wegens medeplichtigheid aan diefstal voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen bevestigd, behalve ten aanzien van de strafoplegging en de beslissing ten aanzien van de benadeelde partij.

Middel

Het eerste middel klaagt dat de bewezenverklaring onvoldoende met redenen is omkleed.

Beoordeling Hoge Raad

De werkwijze in de onderhavige zaak ten aanzien van de bewijsmotivering komt hierop neer dat de beslissing dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, steunt op een bewijsredenering waarin de inhoud van de gebezigde bewijsmiddelen zakelijk is samengevat, en waarin voor de redengevende feiten en omstandigheden waarop de bewijsbeslissing steunt, wordt verwezen naar de bewijsmiddelen waaraan deze feiten en omstandigheden zijn ontleend. In zo'n geval behoort de verwijzing naar de bewijsmiddelen zo nauwkeurig te zijn dat kan worden beoordeeld of de bewezenverklaring in toereikende mate steunt op de inhoud van wettige bewijsmiddelen en of de samenvatting geen ongeoorloofde conclusies of niet-redengevende onderdelen inhoudt dan wel of de bewijsmiddelen niet zijn gedenatureerd (vgl. HR 15 mei 2007, LJN BA0424, NJ 2007/367 rov. 5.6.1).

In de bewijsmotivering zijn aan tapverslagen ontleende feiten en omstandigheden vermeld die het Hof kennelijk redengevend heeft geacht voor de bewezenverklaring. De verwijzing in voetnoot 5 naar "p. 14 076 t/m 14 122 (geschriften, te weten de weergave van tapgesprekken)" voldoet echter niet aan de vereiste mate van nauwkeurigheid.

Voorts is de bewezenverklaring voor zover behelzende de volgende woorden of zinsneden: (i) "[betrokkene 1] en/of [betrokkene 2] en/of [betrokkene 3] en/of [betrokkene 4]", (ii) "te Amsterdam", "[heeft weggenomen een tas] met daarin onder andere een geldbedrag van 2500 euro", (iii) "[dat hij, verdachte of zijn mededader] tegen [betrokkene 5] heeft geroepen "je hebt nog meer geld bij je, je hebt nog meer geld" en aan de tas van [betrokkene 5] heeft gerukt", niet naar de eis der wet met redenen omkleed, aangezien deze woorden of zinsneden niet door de inhoud van de bewijsvoering worden geschraagd.

De bewezenverklaring is aldus ontoereikend gemotiveerd. Het middel klaagt daarover terecht.

 

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^