Eerste Kamer stemt voor vuurwerkverbod

Op 1 juli 2025 nam de Eerste Kamer de initiatiefwet Wet veilige jaarwisseling aan, ingediend door Jesse Klaver en Esther Ouwehand. Deze wet voegde een verbod op consumentenvuurwerk toe aan de Wet Milieubeheer en de Wet op de Economische Delicten. Een ruime meerderheid van de senatoren steunde het voorstel, met tegenstemmen van enkele fracties.

De wet is gericht op een verbod op consumentenvuurwerk van categorie F2. Het is vanaf de jaarwisseling 2026/2027 verboden voor particulieren om zwaar vuurwerk te bezitten of af te steken; de inwerkingtreding vindt plaats via een Koninklijk Besluit, dat beide Kamers vooraf moeten goedkeuren.

Verbod op consumentenvuurwerk, met uitzondering van F1

Consumenten mogen vanaf datum van inwerkingtreding geen vuurwerk vanaf categorie F2 meer in huis hebben of afsteken. Klein vuurwerk zoals sterretjes en kinderknalvuurwerk (categorie F1) blijft toegestaan. Gespecialiseerde afsteken door bedrijven met vergunning blijft buiten het verbod.

De wet stelt dat bezit en afsteken van verboden vuurwerk strafbaar wordt als gevaarzettingsdelict. Met dit doel past de wet bestaande milieuregels en delictenwetgeving aan, zodat overtredingen helder juridisch kunnen worden vervolgd.

Ontheffing mogelijk voor georganiseerde initiatieven

Om lokale tradities recht te doen, is voorzien in een ontheffingsmogelijkheid. Georganiseerde groepen – bijvoorbeeld buurt- of dorpsverenigingen – kunnen bij de burgemeester aanvragen indienen voor een ontheffing op een aangewezen plek tijdens de jaarwisseling.

De specifieke voorwaarden, zoals veiligheidseisen, voorraadbeheer en deskundigheid van de uitvoerders, worden uitgewerkt in een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB). Deze AMvB bepaalt precies waar, wanneer en onder welke voorwaarden vuurwerk alsnog mag worden afgestoken.

Voorwaardelijke inwerkingtreding van de wet

Het initiatief uit de Tweede Kamer bevatte drie voorwaarden waaraan moest worden voldaan voordat de wet in werking kon treden. Ten eerste moest er een uitvoerbaar handhavingsplan van politie en gemeenten zijn. Ten tweede moest de AMvB met ontheffingsregels klaar zijn. Ten derde was een compensatieregeling voor vuurwerkverkopers vereist, met passende financiële dekking.

Deze voorwaarden werden gewaarborgd via een zogeheten zware voorhangprocedure, waarin beide Kamers expliciet konden beoordelen of aan alle vereisten is voldaan voorafgaand aan de inwerkingtreding.

Uitvoering en tijdpad richting jaarwisseling

In de zomer van 2025 starten ministeries met het ontwikkelen van een handhavingsplan en een uitvoeringstoets. Deze beoordeling betrekt politie, gemeenten, toezichthouders en brancheorganisaties. In het najaar wordt het ontwerp van de AMvB gepubliceerd, gevolgd door internetconsultatie en parlementaire toetsing.

Het plan is dat in april of mei 2026 de AMvB en het inwerkingsbesluit worden afgerond, zodat op 1 juli 2026 de wet ingaat. Hiermee is het verbod volledig van kracht voor de jaarwisseling 2026/2027.

Handhaving en rol van de burgemeester

Na inwerkingtreding werken politie, gemeenten, boa’s en Inspectie Leefomgeving en Transport volgens een integraal handhavingsplan. Het kan gaan om preventiecampagnes, opsporing en sancties bij overtredingen.

De burgemeester is centraal bij ontheffingen voor verenigingen, en krijgt wettelijke bevoegdheid om deze te verlenen. Gemeenten zijn verplicht erop toe te zien dat de voorwaarden uit de AMvB worden nageleefd. Hiermee wordt balans gezocht tussen landelijke regels en lokaal maatwerk.

Waarom deze wet is ingevoerd

De wet is ingevoerd naar aanleiding van terugkerende incidenten met consumentenvuurwerk: van brand, letsel, openbare ordeverstoringen tot milieuschade. Uit incidentenanalyses blijkt dat een substantieel deel van de vuurwerkslachtoffers afkomstig is van zwaar consumentenvuurwerk zoals F2, dat vanaf 2026 verboden wordt.

Het landelijk verbod vervangt de veerkrachtige maar gefragmenteerde lokale aanpak met uiteenlopende kwaliteitsnormen, en biedt zo rust, overzicht en eenduidigheid – zowel voor burgers als voor hulpdiensten en handhavers.

Samenvatting van de wetswijzigingen

  • Landelijk en uniform verbod op consumentenvuurwerk (categorie F2).

  • Uitzondering voor professionals met vergunning.

  • Introduceert het gevaarzettingsdelict voor bezit en gebruik van verboden vuurwerk.

  • Mogelijkheid tot ontheffing via de burgemeester voor georganiseerde afsteekplekken.

  • Inwerkingtreding gebonden aan voorwaardelijke criteria: handhavingsplan, AMvB, compensatie.

  • Implementatietraject in 2025, met inwerkingtreding op 1 juli 2026.

Print Friendly and PDF ^