Artikel: Van vermoeden via aangifteplicht naar belastingfraude

Door de inwerkingtreding van het Belastingplan 2010 werd het samenstel van de delictsomschrijvingen in het toenmalige art. 68 lid 1 AWR verhangen naar het huidige art. 67ca lid 1 AWR. Sindsdien kan nog slechts een verzuimboete worden opgelegd in gevallen waarin niet wordt voldaan aan de in art. 6 lid 3 AWR bedoelde verplichting om uit eigen beweging een verzoek te doen tot verstrekking van een uitnodiging tot het doen van aangifte. De wetgeschiedenis geeft geen begrijpelijk antwoord op de vraag voor welk probleem dit de oplossing was. Besproken wordt dat strafrechtelijke aansprakelijkheid ter zake van het niet doen van aangifte simpel kan worden afgeschut, en zonder noemenswaardig risico. Om eenieder te kunnen bewegen tot naleving van belastingheffing is een passende stok achter de deur nodig. Om fiscale ondermijning tegen te kunnen gaan is ingrijpen van de wetgever noodzakelijk. Enkele oplossingen worden besproken die daarbij overwogen zouden kunnen worden.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^