Kroniek ondernemingsstrafrecht | Tweede helft 2018

In het Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving (TBS&H) verschijnt twee maal per jaar de Kroniek ondernemingsstrafrecht, verzorgd door de redactie van het tijdschrift. Hierin wordt uitgebreid verslag gedaan van de meest relevante ontwikkelingen op het gebied van rechtspraak, wet- en regelgeving.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Modern beslissen in hoger beroep en cassatie

Bij het moderniseren van het Wetboek van Strafvordering hoort uiteraard ook het moderniseren van de procedures in hoger beroep en cassatie. Hoewel de meest ingrijpende wijzigingen die de minister voorstaat de procedure in hoger beroep raken, verandert ook in de cassatiefase het nodige. Deze bijdrage is in hoofdzaak gewijd aan de veranderingen in de beslisschema’s in hoger beroep en cassatie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

De Hoge Raad: van beschermengel tot crimefighter

In de goede oude tijd kon op grond van het in art. 430 Sv neergelegde verbod door de verdachte tegen een vrijspraak geen cassatie worden ingesteld. Per 1 januari 2003 is dit cassatieverbod vervallen. Door het vervallen van dit verbod werd de mogelijkheid om een cassatieberoep te beperken actueel. Die mogelijkheid is beschreven in art. 429 Sv. Op grond van deze bepaling kan het cassatieberoep ook tegen een gedeelte van het vonnis of arrest worden ingesteld. Met instellen valt het partieel intrekken, zoals bedoeld in art. 454 lid 1Sv, op één lijn te stellen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Misvattingen over de last onder dwangsom

In het bestuurlijke sanctierecht wordt een onderscheid gemaakt tussen herstelsancties en bestraffende sancties. Naar aanleiding van recente uitspraken van zowel de civiele als de strafkamer van de Hoge Raad is een discussie ontstaan over het al dan niet bestraffende karakter van de last onder dwangsom. In deze bijdrage staat de volgende vraag centraal: ‘In hoeverre kan de last onder dwangsom worden aangemerkt als een bestraffende sanctie?’

Read More
Print Friendly and PDF ^

Doorwerking van het nemo tenetur-beginsel in enkele gedachte-experimenten volgens de benadering van het EHRM en van de Hoge Raad

Ondanks het feit dat het zwijgrecht en het recht tegen zelfincriminatie niet als zodanig expliciet worden erkend in artikel 6 EVRM, maken zij volgens het EHRM deel uit van de kern van het recht op een eerlijk proces dat in dit artikel is vervat, hetgeen de Hoge Raad eveneens onderschrijft. De wijze waarop de Hoge Raad het recht tegen zelf incriminatie (of: het nemo tenetur-beginsel) uitlegt, is evenwel niet gelijk aan de uitleg van het EHRM. Dit verschil in interpretatie concentreert zich vooral rondom de uitleg van ‘wils(on)afhankelijke informatie’, hetgeen in de hierboven afgedrukte uitspraken wordt geïllustreerd.

Read More
Print Friendly and PDF ^