De Hoge Raad: van beschermengel tot crimefighter

In de goede oude tijd kon op grond van het in art. 430 Sv neergelegde verbod door de verdachte tegen een vrijspraak geen cassatie worden ingesteld. Per 1 januari 2003 is dit cassatieverbod vervallen. Door het vervallen van dit verbod werd de mogelijkheid om een cassatieberoep te beperken actueel. Die mogelijkheid is beschreven in art. 429 Sv. Op grond van deze bepaling kan het cassatieberoep ook tegen een gedeelte van het vonnis of arrest worden ingesteld. Met instellen valt het partieel intrekken, zoals bedoeld in art. 454 lid 1Sv, op één lijn te stellen.

Na de afschaffing van het in art. 430 Sv neergelegde cassatieverbod tegen vrijspraken ontpopte de Hoge Raad zich als een welwillende rechtsbeschermer van de verdachte. In maar liefst 40 arresten gewezen in de periode 2003 tot en met 2010 oordeelde de Hoge Raad dat ‘het beroep dat kennelijk niet is gericht tegen de vrijspraak’ beperkt moest worden opgevat. Deze bescherming van de verdachte was vooral in zaken met een samengestelde tenlastelegging van belang.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^