Veroordelingen voormalig minister-president van Curaçao en zijn partner definitief

Hoge Raad 27 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2157 en ECLI:NL:HR:2018:2158

De veroordelingen van de voormalig minister-president van Curaçao Schotte en zijn partner wegens onder meer ambtelijke corruptie en witwassen blijven in stand. Dat heeft de Hoge Raad geoordeeld. Ook de opgelegde straffen zijn definitief.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak: geen causaal verband tussen verkeersovertreding(en) van verdachte en het fatale ongeluk dat daarna heeft plaatsgevonden

Rechtbank Amsterdam 14 november 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:8081

De rechtbank moet de vraag beantwoorden of verdachte schuldig is aan een verkeersongeval in de zin van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994. Om van schuld in de zin van dat artikel te kunnen spreken, moet kunnen worden vastgesteld dat ten minste sprake is van een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid, onoplettendheid en/of onachtzaamheid van de kant van de verdachte. Bij de beantwoording van deze vraag komt het aan op het geheel van de gedragingen van de verdachte, de aard en de ernst daarvan en de overige omstandigheden van het geval.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Vrijspraak voor oplichting: enkel valse facturen opmaken is onvoldoende voor bewezenverklaring van listige kunstgrepen of een samenweefsel van verdichtsels

Rechtbank Limburg 7 november 2018, ECLI:NL:RBLIM:2018:10608

Van strafbare oplichting kan alleen worden gesproken als men het oogmerk heeft om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, hetzij door het aannemen van een valse naam of van een valse hoedanigheid, hetzij door listige kunstgrepen, hetzij door een samenweefsel van verdichtsels, en daardoor iemand beweegt tot de afgifte van – kort en zakelijk gezegd – een goed of geld.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Onder beschermingsbewind gestelde verdachte niet bevoegd (zelfstandig) te procederen tegen de tegen hem ingestelde vordering tot schadevergoeding

Rechtbank Gelderland 16 november 2018, ECLI:NL:RBGEL:2018:4953

Ter terechtzitting is gebleken dat het vermogen van verdachte onder beschermingsbewind, als bedoeld in de artikelen 1:431 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, is gesteld. Hierdoor heeft verdachte niet de bevoegdheid om zijn eigen vermogen te beheren en daarover te beschikken. Die bevoegdheid ligt momenteel bij de bewindvoerder. Bij de vervulling van de taak van deze bewindvoerder hoort onder andere dat hij verdachte in rechte vertegenwoordigt met betrekking tot voormeld vermogen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Onrechtmatig handelen door voormalig rechter en Raad voor de rechtspraak jegens advocaat staat definitief vast

De beslissing in een rechtszaak tussen een advocaat en een voormalig rechter over de onrechtmatigheid van een eerdere civiele procedure in de periode 2004–2009 blijft in stand. Dat geldt ook voor de beslissing dat een uitlating in een brief van de Raad voor de rechtspraak aan een Tweede Kamerlid over deze kwestie onrechtmatig was. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat het hof bij zijn beslissingen geen rechtsregels heeft geschonden en die beslissingen voldoende heeft gemotiveerd. Daarmee staat onherroepelijk vast dat de voormalig rechter en de Staat onrechtmatig hebben gehandeld jegens de advocaat en aansprakelijk zijn voor de geleden schade. De hoogte van de schadevergoeding moet nog door het gerechtshof worden vastgesteld.

Read More
Print Friendly and PDF ^