Tuchtuitspraak: Bij uiten zware beschuldigingen als valsheid in geschrifte of verduistering mag van advocaat worden verwacht dat hij zich er tevoren van vergewist dat er voldoende grond voor bestaat
/Beslissing van de Raad van Discipline in het ressort Amsterdam van 8 februari 2019, ECLI:NL:TADRAMS:2019:38
Bij het uiten van zware beschuldigingen als valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering mag van een advocaat worden verwacht dat hij zich tevoren er van vergewist dat er voldoende grond voor dergelijke beschuldigingen bestaat. Het enkele feit dat aangifte is gedaan van een strafbaar feit is onvoldoende om als feit te stellen dat degene tegen wie de aangifte is gedaan, dit strafbare feit ook heeft gepleegd. Naar het oordeel van de raad had verweerder terughoudend behoren te zijn met het presenteren van dergelijke beschuldigingen als vaststaand feit, temeer omdat het verweerder bekend was dat er in het onderhavige geval geen strafrechtelijke veroordeling ter zake van valsheid in geschrifte, diefstal en/of verduistering had plaatsgevonden.
Read More