HR over opzet op militaire aard van door haar vervoerde goederen bij doorvoer zonder vergunning
/Hoge Raad 21 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:767
Het hof stelt voorop dat voor een bewezenverklaring en voor strafbaarheid niet is vereist dat het opzet gericht is geweest op het verboden karakter van de gedraging. In deze zaak dient volgens het hof bewezen te worden ‘dat de verdachte opzettelijk militaire goederen zonder vergunning heeft doorgevoerd’. Die overweging begrijp ik in de context van de gehele bewijsoverweging aldus dat het hof heeft geoordeeld dat bewezen dient te worden dat de verdachte opzettelijk goederen zonder vergunning heeft doorgevoerd die van militaire aard zijn. Dat oordeel getuigt niet van een onjuiste rechtsopvatting en is niet onbegrijpelijk.
Read More