Over de rechten en plichten en de positie van een persoon die in een intern onderzoek wordt geïnterviewd zijn in de afgelopen jaren al diverse uitgebreide en lezenswaardige artikelen geschreven. Het is geenszins de bedoeling om uitvoerig te herhalen wat al is geschreven. In dit artikel zal worden ingegaan op de specifieke positie van de geïnterviewde in het interne onderzoek 2.0, omdat die positie vanwege de bijzondere aard van dit onderzoek een andere is dan in gewone interne onderzoeken. Het interne onderzoek 2.0 wordt feitelijk in plaats van het FIOD-onderzoek verricht en heeft daarmee een strafrechtelijk karakter. De vraag is of bij het interviewen van onder andere bestuurders en medewerkers niet ook de strafrechtelijke waarborgen zouden moeten gelden. Bovendien is het op voorhand al duidelijk dat het (interne) onderzoeksrapport met daarin opgenomen de bevindingen en de uit de interviews verkregen informatie aan het openbaar ministerie zal worden overgelegd. Een dergelijke manier van onderzoek, waarbij de FIOD zijn onderzoek als het ware uitbesteedt aan een private partij (advocaten en/of forensische accountants), is nieuw.
Read More