Hoge Raad, Scoppola en rechtsbescherming

Wetgeving verandert. Soms verandert bijvoorbeeld het strafmaximum van delicten. In zijn uitspraak in de ‘Scoppola-zaak’ heeft het EHRM aangegeven dat bij wijziging van de strafmaat gedurende een strafproces de rechter de voor een verdachte gunstigste strafmaat zal dienen toe te passen, dus ook indien de strafmaat ten gunste van de verdachte na het feit is gewijzigd. Naar aanleiding van deze uitspraak is de Hoge Raad genoodzaakt eerdere jurisprudentie te wijzigen, althans te verduidelijken.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: Bespreking gevolgen Wet USB, geen ambtshalve vernietiging meer na 26 juni 2020

Hoge Raad 26 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:914

In verband met de invoering van de Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen, die op 1 januari 2020 in werking is getreden, bepaalt de Hoge Raad dat niet vervangende ‘hechtenis’, maar ‘gijzeling’ moet worden verbonden aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregel. De Hoge Raad past de door het hof genomen beslissing op dat punt aan. Na publicatie van dit arrest moet voor de advocatuur echter voldoende duidelijk zijn dat in voorkomende gevallen in cassatie met vrucht erover kan worden geklaagd dat, in plaats van de oplegging van vervangende hechtenis, gijzeling had moeten worden toegepast. Daarom zal de Hoge Raad in zaken waarin de cassatieschriftuur na 26 juni 2020 is ingekomen geen gebruik meer maken van zijn bevoegdheid de bestreden beslissing ambtshalve te vernietigen op de hiervoor aangeduide grond.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt overwegingen m.b.t. vrijwillige terugtred

Hoge Raad 19 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:895

Verdachte heeft bij echtgenoot tijdens zijn slaap een hoeveelheid insuline ingespoten. Ruim een dag daarna heeft zij het 112-alarmnummer opgebeld en bij het ambulancepersoneel verzwegen dat zij insuline had toegediend. Is hier sprake van vrijwillige terugtred?

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG over beroep op samenloopbepalingen, de in art. 56 lid 2 Sr voorziene gelijkstelling in geval van valsheid aan de voortgezette handeling

Parket bij de Hoge Raad 19 mei 2020, ECLI:NL:PHR:2020:489

Het tweede middel bevat de klacht dat het hof het beroep van de verdediging op de samenloopbepalingen (art. 55 en 56 Sr) ten onrechte, althans op onbegrijpelijke en/of ontoereikende gronden heeft verworpen en aldus ten onrechte zowel de strafbepalingen inzake valsheid als die inzake het gebruikmaken van de voorwerpen ten opzichte waarvan de valsheid was gepleegd, heeft toegepast.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR oordeelt - anders dan AG - dat ook niet ten laste gelegde onjuiste aangiften betrokken kunnen worden bij de straftoemeting

Hoge Raad 19 mei 2020, ECLI:NL:HR:2020:896

Met betrekking tot de 23 niet in de tenlastelegging genoemde belastingaangiften heeft het hof vastgesteld dat niet is betwist dat deze aangiften onjuist waren. Voor zover de verdachte heeft betwist dat hij de 23 niet in de tenlastelegging genoemde onjuiste aangiften heeft laten indienen, heeft het hof deze betwisting “volstrekt ongeloofwaardig” geacht. Het hof heeft daarbij overwogen dat gebleken is van een structureel patroon met een omvangrijk karakter (over nagenoeg vier jaar, het merendeel van de in te dienen belastingaangiften). Ten slotte heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte heeft erkend dat hij – kort samengevat – het ene gat met het andere vulde teneinde zijn bedrijf gaande te houden en dat daarom teneinde voldoende cashflow beschikbaar te hebben, de aangiftes omzetbelasting valselijk te laag werden gehouden.

Read More
Print Friendly and PDF ^