Hoge Raad vernietigt arrest over ‘Mr.Big’-methode

Hoge Raad 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1982

Er kan geen algemeen en eenduidig juridisch antwoord worden gegeven op de vraag of ‘Mr. Big’ als opsporingsmethode wel of niet toelaatbaar is. De Hoge Raad oordeelt in dit arrest over het specifieke optreden van de politieambtenaren in deze zaak en over de vraag of het gebruik van de verklaringen van de verdachte voor het bewijs in overeenstemming is met het recht. Bij deze beoordeling gaat het vooral om de vraag of de verklaringsvrijheid van de verdachte is geschonden.

Read More
Print Friendly and PDF ^

PG bij de Hoge Raad dient vorderingen tot cassatie in het belang der wet in euthanasiezaak in

De Procureur-Generaal (PG) bij de Hoge Raad, Jos Silvis,  heeft vandaag twee vorderingen  tot cassatie in het belang der wet in een euthanasiezaak ingediend. Het gaat om zowel de strafzaak als de tuchtzaak tegen een verpleeghuisarts die euthanasie verleende aan een uitzichtloos en ondraaglijk lijdende dementie-patiënte. In een schriftelijke verklaring had de patiënte haar doodswens vastgelegd voor het geval zij ernstig dement zou worden en opgenomen zou moeten worden in een verpleeghuis. De vorderingen van de PG zijn bedoeld om de Hoge Raad in staat te stellen richting te geven aan de rechtsontwikkeling over euthanasie.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM ontvankelijk in ontnemingsvordering, nu vordering niet binnen termijn van 2 jaren na strafvonnis EA aanhangig is gemaakt (art. 511b lid 1 Sv)?

Hoge Raad 10 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1932

Het middel klaagt over het oordeel van het Hof dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en voert daartoe aan dat die vordering niet binnen de in art. 511b, eerste lid, Sv genoemde termijn van twee jaren aanhangig is gemaakt.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR herhaalt relevante overwegingen m.b.t. relevante vergelijkingsfactoren die dienen te worden betrokken bij beoordeling van vraag of sprake is van “hetzelfde feit”

Hoge Raad 10 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1929

Het middel klaagt dat het hof de gevorderde wijziging tenlastelegging had moeten afwijzen aangezien niet sprake is van ‘hetzelfde feit’ als bedoeld in art. 313 Sv. In het onderhavige geval betreffen het primair en het (door de wijziging toegevoegde) subsidiaire feit juridisch gezien twee verschillende feiten, omdat de te beschermen rechtsbelangen aanzienlijk verschillen, terwijl het primaire feit een overtreding en het subsidiaire feit een misdrijf oplevert en de strafmaxima van beide feiten aanzienlijk uiteenlopen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Conclusie AG: Beschouwingen over medeplegen en afbakenen met medeplichtigheid

Parket bij de Hoge Raad 10 december 2019, ECLI:NL:PHR:2019:1286

In 2014 gaf de Hoge Raad in een overzichtsarrest enkele algemene overwegingen over het leerstuk van het medeplegen. Die overwegingen zijn in een tweetal arresten daarna aangevuld en verder aangescherpt, waarbij bijzondere aandacht is geweest voor de afbakening van het medeplegen met de medeplichtigheid. Die overwegingen komen op het volgende neer. Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking.

Read More
Print Friendly and PDF ^