Wel/geen motivering (per e-mail verzonden) aanhoudingsverzoek? (Conclusie AG contrair)

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:90

Het Hof heeft de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in het hoger beroep op de gronden dat door of namens de verdachte geen schriftuur houdende grieven is ingediend, geen mondelinge bezwaren tegen het vonnis zijn opgegeven en niet is gebleken van enig rechtens te respecteren belang dat is gediend met enig onderzoek van de zaak.

Read More
Print Friendly and PDF ^

OM niet-ontvankelijk i.v.m. vertrouwensbeginsel omdat in e-mail technisch sepot in vooruitzicht is gesteld?

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:89

Het middel richt zich met drie deelklachten tegen de ongegrondverklaring door het hof van het namens de verdachte ingediende bezwaarschrift tegen de dagvaarding. Deze deelklachten houden achtereenvolgens in dat het hof ten onrechte, althans ontoereikend gemotiveerd heeft geoordeeld dat:

1) het e-mailbericht van de parketsecretaris niet kan worden aangemerkt als een voorwaardelijk sepot;

2) de aan het sepot gekoppelde voorwaarde toelaatbaar is, en

3) niet gezegd kan worden dat een redelijk lid van het OM niet zou kunnen komen tot het oordeel dat niet nog steeds sprake was van een in het voornoemde e-mailbericht aangeduide ‘’positieve ontwikkeling’’ met betrekking tot de verdachte.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR wijst verzoek OM toe tot aanwijzing van ander gerecht in (zeden)zaak tegen (voormalig) plv. HoofdOvJ bij het Functioneel Parket

Hoge Raad 22 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:76

Bij de Hoge Raad is binnengekomen een verzoekschrift van 11 december 2018 van mr. N.G. Zandee, Hoofdofficier van Justitie van het arrondissementsparket Amsterdam, met het verzoek op de voet van art. 510 Sv een ander gerecht aan te wijzen voor de mogelijke vervolging en berechting van betrokkene, op het moment van aanhouding (op 19 april 2017) plaatsvervangend hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Methode van eenvoudige kasopstelling & in mindering brengen van verbeurdverklaarde geldbedragen

Hoge Raad 15 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:45

Ingevolge art. 33a, eerste lid, aanhef en onder a, Sv zijn voorwerpen die aan de betrokkene toebehoren en die geheel of grotendeels door middel van of uit de baten van het strafbare feit zijn verkregen vatbaar voor verbeurdverklaring. Dit artikel is laatstelijk gewijzigd bij de Wet van 31 maart 2011 tot verruiming van de mogelijkheden tot voordeelsontneming. Uit de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel dat heeft geleid tot die wet volgt dat ook door verbeurdverklaring van voorwerpen die kunnen worden aangemerkt als opbrengst van een strafbaar feit kan worden bereikt dat aan de betrokkene wederrechtelijk verkregen voordeel wordt ontnomen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

HR: taakstraf kan worden opgelegd aan verdachte die in ander EU-land woont, maar daarbij mag worden betrokken of er reëel vooruitzicht is dat deze taakstraf ook zal kunnen worden tenuitvoergelegd

Hoge Raad 15 januari 2019, ECLI:NL:HR:2019:46

Het middel klaagt over de strafoplegging, in het bijzonder over de overweging van het Hof dat het geen taakstraf zal opleggen "gelet op het feit dat de verdachte in het buitenland woonachtig is". Het voert daartoe onder meer aan dat het Hof de mogelijkheid tot tenuitvoerlegging in een andere lidstaat van de Europese Unie dan Nederland heeft miskend.

Read More
Print Friendly and PDF ^