Veroordeling voor o.a. looncarrouselfraude, medeplegen van oplichting, medeplegen van valsheid in geschrifte en gewoontewitwassen

Rechtbank 's-Gravenhage 10 oktober 2012, LJN BY0342 (gepubliceerd op 24 oktober 2012) Verdachte heeft in een omvangrijke looncarrouselfraude een faciliterende rol gespeeld. Verdachte heeft gedurende een periode van bijna drie jaren op grote schaal onder meer valse werkgeversverklaringen, arbeidsovereenkomsten, salarisspecificaties en facturen ter verkrijging van hypotheken (met de bijbehorende bouwdepots) en kredieten vervaardigd en daarvan gebruikt gemaakt. Hij heeft daarbij zijn kennis als boekhouder/administrateur aangewend ter verkrijging van hypothecaire geldleningen en gewone kredieten door anderen, welke leningen zonder die valse stukken nimmer verstrekt zouden zijn.

Het strafdossier laat zien dat verdachte een centrale rol toekwam. Zijn rol is groter dan die van zijn medeverdachten. De rechtbank heeft geen volledig zicht kunnen krijgen op alle onderlinge verhoudingen. De medeverdachten zijn niet allemaal bekenden van elkaar. Wat hen met elkaar verbindt is verdachte. In het dossier kunnen immers ten minste drie aanvoerlijnen van klanten naar verdachte worden onderscheiden: medeverdachte 5 bracht bij verdachte nieuwe klanten aan (onder meer medeverdachte 2 en persoon 2). Op naam van die personen werden kredieten of hypotheken (soms beide) aangevraagd, waarbij werd vermeld dat deze personen in loondienst waren bij één van de bedrijven waarvoor verdachte de salarisadministratie verzorgde. Echter deze personen bleken niet in dienst te zijn van die bedrijven en daarmee waren deze vermeende dienstbetrekkingen fictief. Verdachte verzorgde in alle gevallen de administratie en leverde de valse stukken zoals hiervoor genoemd.

Verdachte is kennelijk in staat om mensen te bewegen tot het aankopen van een onroerende zaak en het aanvragen van een hypotheek met valse geschriften.

Daarnaast kwamen via persoon 19 twee personen (medeverdachte 4 en 7) bij verdachte die niet alleen zeer jong, maar tevens kwetsbaar waren. Verdachte heeft meegewerkt aan de aanvraag van hypothecaire leningen, terwijl hij had moeten weten dat deze personen de consequenties van wat zij deden niet konden overzien en in een aantal opzichten daarover zelfs bewust in het ongewisse werden gelaten. Voorts heeft verdachte valse stukken opgemaakt voor medeverdachte 6, 1 en 8 teneinde hen in staat te stellen een hypotheek aan te vragen.

Verdachte deinsde er tot slot niet voor terug om zich als aannemer van verbouwingswerkzaamheden voor te doen en ook daarvoor valse offertes, facturen en verzoeken tot uitbetaling van bouwdepots te doen.

De rechtbank veroordeeld verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar.

Gelet op de ouderdom van de zaak legt de rechtbank een gevangenisstraf op van een minder lange duur dan de officier van justitie heeft geëist. De rechtbank legt  een aanzienlijk deel van de straf voorwaardelijk op, teneinde verdachte in te scherpen dat hij zich in de toekomst moet onthouden van strafbare gedragingen. Tevens houdt de rechtbank rekening met het feit dat blijkens het Uittreksel Justitiële documentatie verdachte zich in het verleden reeds meerdere malen beziggehouden heeft met aanverwante oplichtings- c.q. vervalsingsfeiten en dat hij niettemin nog steeds werkzaam is als boekhouder. Daarom heeft de rechtbank de proeftijd bepaalt op drie jaar. Voorts zal het onvoorwaardelijke deel van de straf het voorarrest van verdachte overstijgen. De rechtbank realiseert zich dat verdachte dan ook opnieuw een periode in detentie zal moeten doorbrengen. De rechtbank acht dat echter gerechtvaardigd gelet op de rol van verdachte, de omvang van de fraude en het feit dat verdachte heeft geprofiteerd van de financiële opbrengst.

 

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^