Verduistering in dienstbetrekking: verwerping van het verweer dat het rapport van Deloitte Forensic & Dispute Services van het bewijs moet worden uitgesloten
/Rechtbank Rotterdam 1 maart 2013, LJN BZ2818 Verdachte/werknemer heeft gedurende ongeveer acht jaar eigenmachtig de hoogte van zijn salaris bepaald en aan zichzelf doen uitbetalen, valse facturen opgemaakt en de betaling daarvan op zijn eigen bankrekening laten plaatsvinden, kasopnamen verricht en vakantiereizen gemaakt deels op kosten van Publiq en dagafschriften van de bank ten name van NV WPT DEPOSITO vervalst. Daarmee heeft verdachte zich ten koste van de financiële middelen van de gemeente(n) Winschoten en Oldambt en dus met gemeenschapsgeld, verrijkt. In plaats van hiermee te stoppen op het moment dat hij, zoals verdachte zelf heeft aangegeven, zich ging afvragen waar hij mee bezig was en vond dat hij ermee moest ophouden, is verdachte jaar na jaar hier toch mee doorgegaan.
Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat verdachte moet worden vrijgesproken. De raadsman heeft hiertoe aangevoerd dat op grond van het bepaalde in art. 359a Sv het rapport van Deloitte Forensic & Dispute Services van het bewijs moet worden uitgesloten, nu bij de totstandkoming van dit rapport allerlei strafrechtelijke waarborgen niet in acht zijn genomen. De raadsman heeft er hierbij op gewezen dat in het rapport expliciet is vermeld dat het rapport niet bedoeld en mogelijk ook niet geschikt is voor enig ander gebruik dan ten behoeve van de algemeen directeur van NV Publiq. Nu de verklaringen die verdachte bij de politie heeft afgelegd grotendeels zijn gebaseerd op het rapport, kunnen ook deze verklaringen niet voor het bewijs worden gebruikt en de resterende bewijsmiddelen zijn onvoldoende om tot een bewezenverklaring te komen, aldus de raadsman.
Beoordeling rechtbank
De rechtbank overweegt allereerst dat het onderzoek door Deloitte niet als een voorbereidend onderzoek als bedoeld in art. 359a Sv kan worden aangemerkt, nu het hier niet een strafrechtelijk onderzoek, maar een particulier onderzoek in opdracht van de gemeente Oldambt betreft. Het stond de gemeente vrij om aan Deloitte opdracht tot een dergelijk onderzoek te geven. Verdachte heeft vrijwillig aan dit onderzoek meegewerkt en heeft bovendien bij de politie, nadat hem de cautie was gegeven en hij in de gelegenheid was gesteld een raadsman te consulteren, eveneens een (op de meeste onderdelen) bekennende verklaring afgelegd. Ook ter terechtzitting heeft verdachte de ten laste gelegde feiten grotendeels bekend. De rechtbank is dan ook van oordeel dat het rapport van Deloitte als een geschrift als bedoeld in art. 344, eerste lid onder 5 Sv, voor het bewijs kan worden gebruikt.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer.
Strafoplegging
De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk.
Lees hier de volledige uitspraak.