Van rechtmatigheid naar doelmatigheid: de ultimum remedium-gedachte in het bijzonder

Binnen het strafrecht wordt de ultimum remedium-gedachte van oudsher breed omarmd. Het is een belangrijk onderdeel van de invloedrijke strafrechtstheorie van Beccaria, en Modderman positioneerde deze gedachte als dominant ‘beginsel’ bij de totstandbrenging van het Wetboek van Strafrecht in 1886. De gedachte brengt een zuinig en terughoudend gebruik van het strafrecht met zich, omdat het gebruik van het strafrecht als probleemoplossend instrument een zware belasting oplevert voor (verdachte) natuurlijke personen of rechtspersonen. Daarnaast zijn de maatschappelijke (financiële) kosten van strafrechtelijk optreden hoog, en is capaciteit in de strafrechtketen schaars.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^