Rechtbank tikt NMa op de vingers, rol van commissaris is slechts bij uitzondering te verenigen met het begrip feitelijk leidinggevende

Rechtbank Rotterdam 27 september 2012, LJN BX8528 De Nederlandse Mededingingsautoriteit straft ‘feitelijk leidinggevenden’ in geval van een mededingingsrechtelijke inbreuk te zwaar. Commissarissen mogen in beginsel helemaal niet bestraft worden.

De rechtbank is van oordeel dat de rol van commissaris slechts bij uitzondering is te verenigen met het begrip feitelijk leidinggevende, omdat de mogelijkheden en de invloed van een commissaris doorgaans beperkt zijn tot het houden van toezicht.  Een commissaris moet dan ook een bijzondere, voor een commissaris atypische rol binnen de onderneming hebben, wil hij als feitelijk leidinggevende kunnen worden gekwalificeerd. Naar het oordeel van de rechtbank zijn deze eisers noch in hun rol als ‘gewone’ commissaris noch in hun specifieke rol (specifieke goedkeuringsbevoegdheden) aan te merken als feitelijk leidinggevers. Ook is niet gebleken van een zodanige feitelijke taakvervulling van deze eisers dat zij daardoor als feitelijk leidinggevers zouden kunnen kwalificeren.

In deze zaak is de NMa dan ook niet bevoegd aan eisers een boete op te leggen.

Voorts is de rechtbank van oordeel dat de Boetebeleidsregels voor deze zaak te weinig nuance bieden om tot een evenredige boete te komen.

Lees hier de volledige uitspraak.

Zie ook:

Print Friendly and PDF ^