Hof vernietigt niet-ontvankelijkheid OM in Landlord zaak

De rechtbank heeft eerder het OM niet-ontvankelijk verklaard in de zaken tegen alle verdachten in de zogenaamde Landlord zaak omdat, kort gezegd, er volgens de rechtbank te veel en te ernstige onregelmatigheden zouden hebben plaatsgevonden met als gevolg dat er geen sprake meer was van een eerlijk proces als bedoeld in art. 6 EVRM. Het OM zou, naar het oordeel van de rechtbank, de weergave van een aantal zaken anders hebben voorgesteld, waardoor die zaken "niet overeenstemmen met de werkelijkheid". Volgens de rechtbank betreft het de wijze waarop het OM ter zitting de inhoud van een getuigenverklaring zou hebben voorgesteld, de wijze waarop het OM de betrokkenheid van politieambtenaren bij het onderzoek zou hebben voorgesteld en de wijze waarop het OM de inhoud van een verklaring van een verbalisant zou hebben voorgesteld. In de visie van het OM heeft het OM in de zaak-Landlord consequent en integer heeft gehandeld. De bedoeling van de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris was het krijgen van een antwoord op de vraag of er informatie uit de kluisverklaringen doorgesijpeld was naar het onderzoeksteam-Landlord. Het antwoord dat daarop dient te volgen is nee, volgens het OM. Bovendien is met het horen van de getuigen afdoende recht gedaan aan de belangen van de verdediging. Van liegende en/of bedriegende officieren is evenmin sprake. Wel is rond een getuigenverhoor een betreurenswaardige fout van een professional te constateren. Dit hoeft in de visie van het OM niet te leiden tot de consequentie dat het OM niet ontvankelijk is in de vervolging, nu verdachten niet doelbewust of met grove veronachtzaming in hun recht op een fair trial zijn geschaad.

De advocaat-generaal vindt dan ook dat “de rechtbank met de aanname van een opeenstapeling van vormverzuimen te snel en ongemotiveerd heeft gegrepen naar een te zwaar middel. Natuurlijk is er in de zaak het een en ander niet goed gegaan. Maar het is nooit de bedoeling geweest dat vormverzuimen hoe dan ook moeten leiden tot enig voordeel voor de verdachte. Een niet-ontvankelijkheid van het OM is dan ook niet op zijn plaats.”

Het hof heeft op 12 november het vonnis van de rechtbank, waarbij het openbaar ministerie niet-ontvankelijk is verklaard in de vervolging van verdachte, vernietigd en de zaak terug verwezen naar de rechtbank.

 

Print Friendly and PDF ^