Gussow (NVWA): 'Hoge pakkans afschrikwekkender voor voedselfraudeurs dan hoge straffen'

Wanneer bedrijven een hoge pakkans ervaren, zullen ze minder geneigd zijn om voedselfraude te plegen. Daarom is het van belang dat toezichthouders een gedifferentieerde mix van proactieve en reactieve strategieën gebruiken om voedselfraude te ontdekken. Want met routine-inspecties wordt zelden voedselfraude ontdekt. Dit schrijft Karen Gussow in haar proefschrift. Zij deed onderzoek naar de wijze waarop voedselfraude wordt ontdekt in Nederland.

Karen Gussow is als coördinerend specialistisch inspecteur werkzaam bij de Inlichtingen- en Opsporingsdienst van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA-IOD). De NVWA-IOD doet strafrechtelijk onderzoek naar fraude op de domeinen van de NVWA zoals mestfraude, fraude met consumentenproducten en voedselfraude. Ze heeft het schrijven van haar proefschrift gecombineerd met haar werk bij de NVWA-IOD. Op vrijdag 24 april 2020 promoveert ze aan de Vrije Universiteit (VU) Amsterdam.

Detectiekans

‘Vaak wordt gedacht dat hoge boetes een afschrikwekkende werking hebben op het gedrag van bedrijven’, schrijft Gussow in haar proefschrift getiteld ‘Finding food fraud. Explaining the detection of food fraud in the Netherlands’. ‘De detectiekans is echter de enige vorm van sanctiedreiging waarvan het verwachte effect is vastgesteld in eerder onderzoek. Wanneer bedrijven de pakkans als hoog ervaren, zullen ze minder geneigd zijn om te overtreden. Dit betekent niet dat hoge boetes en andere sancties onnodig zijn. Als een bedrijf bewust de regels overtreedt, moet het een straf krijgen. Maar je hoort te vaak dat de sancties omhoog moeten. Ik zeg: de pakkans moet omhoog’, vertelt Gussow.

Vier paden

In haar proefschrift beschrijft ze vier paden die leiden tot de ontdekking van verschillende typen daders en soorten voedselfraude. Deze paden variëren in de mate waarin de toezichthouder actief naar fraude zoekt (routine, reactief, geïnduceerd en proactief). ‘Het principe komt erop neer dat wanneer toezichthouders actiever zoeken en meerdere strategieën gebruiken, er voedselfraudezaken worden ontdekt die lang verborgen waren en effectief verhuld’, licht Gussow toe. Ze baseert deze conclusie op een analyse van 61 strafrechtelijke onderzoeken naar voedselfraude die de NVWA-IOD in de periode 2010-2017 heeft uitgevoerd.

Gedifferentieerder werken

Uit haar onderzoek blijkt dat vooral een combinatie van proactieve (zoals data-analyse en strafrechtelijke opsporingsmethoden zoals doorzoekingen en inbeslagnames) en reactieve (informatie uit externe meldingen) strategieën leiden tot de ontdekking van goed verhulde fraude. Door een afgewogen gebruik van methoden en gedifferentieerder werken, komt fraude aan het licht die soms al jaren goed verborgen bleef. Vaak omdat geen van de betrokken partijen er belang bij had dat de fraude bekend zou worden.  

Meerdere types daders

Volgens Gussow bestaat er niet één type dader. In haar onderzoek identificeert ze vier dadertypen. ‘Het gaat niet alleen om bedrijven die onder toezicht staan van de NVWA. Er zijn ook frauderende bedrijven die bewust onder de radar van de NVWA proberen te blijven. Fraude wordt ook gepleegd door buitenstaanders: personen of bedrijven die geen link hebben met de voedselindustrie. Ook zijn er bedrijven die qua organisatie meer doen denken aan georganiseerde criminaliteit. Deze bedrijven hebben een façade van legitimiteit maar al hun bedrijfsprocessen zijn afgestemd op het plegen van fraude. Er zijn overigens geen aanwijzingen dat georganiseerde misdaadorganisaties, zoals de maffia zich in Nederland bezig zouden houden met voedselfraude.’

Nieuwe definitie voedselfraude

In haar proefschrift presenteert Gussow een nieuwe definitie van voedselfraude. ‘Door mijn promotie heb ik een internationaal netwerk op kunnen bouwen en op congressen gaat het vooral over voedselauthenticiteit. In de bestaande definities zie je deze focus ook terug. Dan kun je denken aan het kleuren van vis of paardenvlees verkopen als rundvlees. Er gaat veel geld en tijd naar het ontwikkelen van DNA-analysemethoden om deze fraude te kunnen ontdekken. Er wordt weinig gesproken over een onderwerp zoals het witwassen van voedsel. Dit zien we in de praktijk van de NVWA wel met regelmaat voorbij komen. Denk bijvoorbeeld aan het in omloop brengen van zwaardvis met te hoge gehaltes zink. Ook is de rol van facilitators, partijen die helpen om te frauderen, onderbelicht in de bestaande definities. Ik vind facilitators ook voedselfraudeurs’, vertelt Gussow.

Over de promovenda

Karen Gussow is coördinerend specialistisch inspecteur bij de Inlichtingen- en Opsporingsdienst NVWA (NVWA-IOD). Ze is expert  voedselfraude. Sinds 2013 heeft ze aan de VU Amsterdam criminologisch/bestuurskundig promotieonderzoek gedaan naar hoe toezichthouders voedselfraude ontdekken.

Het proefschrift is te downloaden.

Print Friendly and PDF ^