Gevangenisstraf van 18 maanden voor fraude met persoonsgebonden budget van overleden echtgenote

Gerechtshof 's-Hertogenbosch 1 februari 2017, ECLI:NL:GHSHE:2017:309

Een 60-jarige man is in hoger beroep tot 18 maanden gevangenisstraf veroordeeld voor valsheid in geschrifte en oplichting. De man liet na het overlijden van zijn vrouw ruim 2 jaar lang het aan haar toegeschreven persoonsgebonden budget uitbetalen. Hiervan kocht hij luxegoederen zoals muziekinstallaties en auto’s en boekte hij dure vakanties. In totaal heeft de man ruim 263.000 euro ten onrechte laten overmaken.

Handtekening vervalst

De man bleef vanaf het overlijden van zijn vrouw in november 2010 formulieren uit haar naam invullen en hij vervalste ook haar handtekening. Op basis hiervan maakte een zorgkantoor, dat verantwoordelijk was voor de verstrekking van het persoonsgebonden budget, elke maand ruim 9.000 euro naar hem over. Op die manier maakte de man misbruik van een regeling die bedoeld is om zorg te verlenen aan mensen die dat nodig hebben.

Onvoorwaardelijke gevangenisstraf

De verdediging had in hoger beroep om een taakstraf gevraagd, maar het hof vindt de feiten dermate ernstig dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op zijn plaats is. Daarbij weegt mee dat de fraude pas eindigde toen het zorgkantoor begin 2013 ontdekte dat de vrouw al in 2010 overleden was. Ook is de man al eerder voor dezelfde soort delicten veroordeeld.
De man moet, naast de 18 maanden gevangenisstraf, ook de 263.000 terugbetalen aan het zorgkantoor.

Rechtbank en OM

Eerder kreeg de man van rechtbank Limburg een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, opgelegd. Het Openbaar Ministeriehad in hoger beroep 18 maanden gevangenisstraf geëist.

 

Lees hier de volledige uitspraak. 

 

Print Friendly and PDF ^