Gerechtshof: Justitie mag administratiekosten rekenen bij administratieve sanctie

Gerechtshof Leeuwarden 15 juni 2012, LJN BW8480
Ten aanzien van de vraag of bij het opleggen van een administratieve sanctie het in rekening brengen van administratiekosten in strijd is met het recht, overweegt het Hof als volgt.

“Bij de Wet van 12 juni 2009 is het wettelijk kader geschapen voor het in rekening brengen van administratiekosten bij administratieve sancties.
Ingevolge artikel 22, tweede lid, van de WAHV worden bij of krachtens algemene maatregel van bestuur voorschriften gegeven omtrent de inning van de administratieve sanctie en hebben deze voorschriften in ieder geval betrekking op de plaats en wijze van betaling van de administratieve sanctie, de administratiekosten, de verantwoording van de ontvangen geldbedragen, alsmede op de kosten van verhaal, de invorderingskosten daaronder begrepen.

Artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 luidt als volgt: “Degene aan wie een administratieve sanctie wordt opgelegd, is administratiekosten verschuldigd. De omvang van deze kosten wordt bepaald bij ministeriële regeling. Op de betaling van de administratiekosten zijn de artikelen van dit besluit betreffende de betaling van de administratieve sanctie, het toezicht en de verantwoording van de gelden van overeenkomstige toepassing. De administratiekosten worden samen met de administratieve sanctie in rekening gebracht.”
Artikel 1 van de Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 18 juni 2009, nr. 5600438, houdende vaststelling van de administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994 (hierna: de Regeling), luidt als volgt: “De administratiekosten, bedoeld in artikel 11a van het Besluit administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften 1994, bedragen per administratieve sanctie € 6.”

Naar het oordeel van het hof berust het samen met de administratieve sanctie in rekening brengen van administratiekosten op een deugdelijke wettelijke grondslag. Niet gebleken is dat de Regeling de door de wet gestelde grenzen overschrijdt.”

Voorts heeft het Hof bepaald dat tegen het in rekening brengen van administratiekosten in de procedure tegen de oplegging van de administratieve sanctie wèl beroep kan worden ingesteld.

“Het hof overweegt verder dat, waar artikel 26, derde lid, van de WAHV de mogelijkheid uitsluit om in de verzetprocedure bezwaren naar voren te brengen tegen de beslissing waarbij de administratieve sanctie is opgelegd, een wetssystematische interpretatie van artikel 6, eerste lid, eerste volzin, van de WAHV meebrengt dat onder de “oplegging van de administratieve sanctie” in deze volzin moet worden verstaan de beslissing waarbij de administratieve sanctie is opgelegd. Bij deze beslissing worden (ook) de administratiekosten in rekening gebracht.

Voorts wijst het hof op het volgende.

Het Europees Hof voor de rechten van de mens heeft geoordeeld dat het EVRM niet in de weg staat aan de administratieve afdoening van lichte overtredingen (EHRM 21 februari 1984, Öztürk, LJN: AC9954; NJ 1988, 937 gepubliceerd op rechtspraak.nl). Indien de verdragsstaten echter vrij zouden zijn om een vergrijp, door het als administratief te kwalificeren, van de werking van de grondbeginselen van artikel 6 en 7 uit te sluiten, zou dit een met het verdrag strijdig resultaat kunnen opleveren: “Conferring the prosecution and punishment of minor offences on administrative authorities is not inconsistent with the Convention provided that the person concerned is enabled to take any decision thus made against him before a tribunal that does offer the guarantees of article 6”.

Naar het oordeel van het hof moet het in rekening brengen van de administratiekosten aan de betrokkene worden aangemerkt als een “decision thus made against him” in vorenbedoelde zin. Omdat de beschikking waarbij aan de betrokkene een administratieve sanctie is opgelegd tevens inhoudt dat de betrokkene administratiekosten verschuldigd is, kan de betrokkene de bezwaren die hij heeft tegen het in rekening brengen van de administratiekosten naar voren brengen in de procedure tegen de oplegging van de administratieve sanctie.”

Print Friendly and PDF ^