Dient in p-v de zakelijke inhoud van dupliek van raadsman en laatste woord van verdachte te worden opgenomen?

Hoge Raad 10 oktober 2017, ECLI:NL:HR:2017:2580

De verdachte is door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 36 maanden wegens medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd (feit 1 en 2), witwassen ten aanzien van overgedragen gelden, meermalen gepleegd (feit 3a), medeplegen van witwassen ten aanzien van overgedragen gelden, meermalen gepleegd (feit 3b) en deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven (feit 4).
 

Middel 

Het eerste middel klaagt dat in het proces-verbaal van de terechtzitting is opgenomen dat de raadsman heeft gedupliceerd en dat aan de verdachte het recht is gelaten het laatste te spreken, maar dat daarin niet is weergegeven wat bij die gelegenheden is gezegd.
 

Beoordeling Hoge Raad

De Hoge Raad doet de zaak af onder verwijzing naar art. 81 RO. 
 

Conclusie AG

Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 2 december 2015 houdt onder meer het volgende in:

“De advocaat-generaal repliceert.

De raadsman dupliceert.

Aan verdachte wordt het recht gelaten het laatst te spreken.”

Volgens vaste rechtspraak van de Hoge Raad voldoet het proces-verbaal hiermee aan het bepaalde in art. 326 Sv in verbinding met art. 311 Sv. Wil de verdediging een schriftelijke beslissing op een verweer of een onderbouwd standpunt uitlokken, dan moet zij ervoor zorgen dat dit verweer of standpunt schriftelijk wordt vastgelegd. Dat kan zij doen door een pleitnota over te leggen waarin het verweer of standpunt is weergegeven dan wel door overeenkomstig het bepaalde in art. 326 lid 4 Sv te verzoeken dat het verweer of standpunt en de gronden waarop het berust worden aangetekend in het proces-verbaal van de terechtzitting.

De steller van het middel is bekend met deze rechtspraak, maar verzoekt de Hoge Raad om daarop terug te komen en als eis te stellen dat in het proces-verbaal ambtshalve ten minste een zakelijke weergave van hetgeen door de verdediging naar voren is gebracht wordt opgenomen. Daartoe voert de steller van het middel aan dat er praktische bezwaren kleven aan het bij dupliek telkens expliciet om verslaglegging van wat gezegd is te moeten verzoeken. Dat geldt ook voor het overleggen van een pleitnota van wat bij wijze van dupliek naar voren is gebracht.

Ik kan mij voorstellen dat het overleggen van een pleitnota in de fase van de dupliek in de meeste gevallen niet mogelijk is. De dupliek volgt immers in de regel meteen op de repliek, zoals ook in de onderhavige zaak het geval is geweest en als er dan nog iets nieuws naar voren wordt gebracht, dan zal de tijd te kort zijn om dat in een schriftelijke pleitnota vast te leggen. Doorgaans zullen verweren en onderbouwde standpunten echter al bij pleidooi naar voren zijn gebracht en als het goed is in een pleitnota zijn opgenomen en als zodanig deel uitmaken van het proces-verbaal van de terechtzitting. Als bij dupliek of laatste woord alsnog een nieuw verweer of (onderbouwd) standpunt naar voren wordt gebracht, dan zie ik niet in waarom het op praktische bezwaren zou stuiten om te verzoeken dit verweer of standpunt op te nemen in het proces-verbaal van de terechtzitting. Dit levert bovendien het bijkomende voordeel op dat door de verdediging invloed kan worden uitgeoefend op welke wijze het standpunt of verweer in het proces-verbaal van de zitting wordt opgenomen, bijvoorbeeld door de voorzitter te verzoeken de griffier te laten voorlezen hoe hij een en ander heeft vastgelegd. De omstandigheid dat, zoals de steller van het middel het formuleert, een raadsman er niet altijd aan denkt om op grond van art. 326 lid 4 Sv te verzoeken om aantekening van hetgeen hij bij dupliek aanvoert, maakt dat mijns inziens niet anders en komt voor rekening en verantwoordelijkheid van de raadsman.

Daarbij moet worden aangetekend dat als een verdachte zonder de bijstand van een raadsman terecht staat, het wél aan de griffier en de rechter is om erop toe te zien dat het proces-verbaal de kern bevat van de door de verdachte gevoerde verweren en onderbouwde standpunten die een gemotiveerde beslissing vereisen.

Het middel faalt.

 

Lees hier de volledige uitspraak. 

Print Friendly and PDF ^