De Wet internationale misdrijven in de praktijk: de berechting van internationale misdrijven in Nederland

Deze bijdrage bespreekt de wisselwerking tussen de Wet internationale misdrijven (WIM), die voorziet in de strafbaarstelling van misdrijven tegen de menselijkheid, genocide, oorlogsmisdrijven en foltering, en de Nederlandse rechtspraak in zaken betreffende internationale misdrijven in de afgelopen vijftien jaar. Daartoe wordt eerst een korte introductie gegeven van de WIM waarna aan de hand van de Nederlandse jurisprudentie wordt getoond dat de rechter in zaken die dienden op grond van de oude wetgeving, geregeld de wetsgeschiedenis van de WIM heeft gebruikt bij de uitleg en de wijze van toepassing van de oude wetgeving.

Aansluitend worden twee belangrijke wijzigingen besproken die in de WIM zijn aangebracht, te weten de toevoeging van een tweetal bepalingen die terugwerkende kracht hebben voor misdrijven die onder de oude wetgeving vallen, te weten: een met betrekking tot rechtsmacht over genocide en een die ziet op slachtoffers en benadeelde partijen. Betoogd wordt dat de berechting van internationale misdrijven een sprekend voorbeeld is van een vakgebied waarbij de rechtspraak en de wetgeving zich hand in hand lijken te ontwikkelen en samen op zoek zijn naar duidelijke kaders. En dat is een ontwikkeling die zich waarschijnlijk zal voortzetten, zowel bij zaken waar het gaat om strafbaarstelling op grond van de WIM, als bij zaken waar de strafbaarstelling onder oude wetgeving valt.

Lees verder:


Print Friendly and PDF ^