Artikel: Strafrechtelijke vervolging van belastingadviseurs, gelukkig eerder uitzondering dan regel

Op 17 januari jl. heeft staatssecretaris Wiebes in een brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer zijn plannen aangekondigd tegen internationale belastingontduiking. Uit de publicaties omtrent de Panama Papers is Wiebes gebleken dat onder meer belastingadviseurs een belangrijke rol kunnen spelen in het opzetten van kunstmatige of verborgen offshore structuren met belastingontduiking als doel. Cijfers waaruit blijkt dat en zo ja hoeveel belastingadviseurs – in een strafrechtelijk verwijtbare rol – betrokken zijn bij illegale structuren, en dus belastingontduiking, ontbreken.

Het aanpakken van zogenoemde facilitators is overigens niets nieuws. Zo is in 2013 het Combiteam Aanpak Facilitators opgericht. Doel hiervan is om fraude door facilitators zo snel mogelijk te detecteren en zo vroeg mogelijk te stoppen. In het (concept) Plan van Aanpak Combiteam Aanpak Facilitators staat: ‘Nadrukkelijk wordt erop gewezen dat vervolging niet het hoofddoel is, maar zeker niet zal worden nagelaten’. Doel is dus (toch) om te vervolgen als dat kan. Ook het Openbaar Ministerie heeft in 2015 aangegeven dat accountants en belastingadviseurs harder zullen worden aangepakt.

In dit artikel besteden de auteurs aandacht aan de strafrechtelijke aanpak van belastingadviseurs. Daartoe zullen ze eerst ingaan op de relatie tussen boeterecht, tuchtrecht en strafrecht. Vervolgens zullen ze de formele kaders bespreken aan de hand waarvan (mogelijke) strafvervolging van belastingadviseurs wordt beoordeeld. Ook gaan zij in op toepassing van het pleitbaar standpunt en informeel verschoningsrecht in het strafrecht. Ten slotte bespreken zij strafrechtspraak van de afgelopen jaren met betrekking tot belastingadviseurs. Deze analyse is met name van belang voor een antwoord op de vraag wanneer strafvervolging van belastingadviseurs opportuun wordt geacht.

Lees verder:

 

 

 

Print Friendly and PDF ^