Artikel: Redelijkheid en materieel strafrecht

Redelijkheid komt vooral belang toe wanneer een uitkomst moet worden bereikt in een situatie waarin sprake is van een complex aan te beoordelen factoren, terwijl de juistheid van de uitkomst niet objectief valt vast te stellen en er tegengestelde zienswijzen zijn over welke uitkomst aangewezen is. In het strafrecht is dit regelmatig aan de orde. Het gaat daarbij om zeer uiteenlopende situaties en om een oneindige variatie aan naar aard verschillende factoren (zoals feiten en omstandigheden, rechtsregels en -beginselen, natuurkundige wetmatigheden en individuele en publieke belangen bij de uitkomst). Juist daardoor valt redelijkheid niet scherp en eenduidig te definiëren. Dit blijkt al uit De Dikke Van Dale. Deze omschrijft redelijkheid onder meer als ‘het te werk gaan volgens de rede’ en ‘het in overeenstemming zijn met de rede’ en verklaart nader dat het daarbij gaat om zoiets als verstandigheid respectievelijk rechtvaardigheid en billijkheid. De ‘rede’ betreft dan ‘denkvermogen, oordeel’, ‘het begrips- en onderscheidingsvermogen van de mens dat dient voor het verkrijgen van kennis, het combineren van zaken’.

Hoewel deze omschrijvingen richting geven aan de betekenis van redelijkheid, wordt redelijkheid door velen vaag genoemd. Voor zover daarmee wordt bedoeld dat het begrip weinig houvast biedt, miskent dit mijns inziens de conceptuele diepgang ervan. Redelijkheid impliceert duidelijker sturing en stelt meer grenzen dan vaak onder ogen lijkt te worden gezien. Om te bepalen wat in concrete gevallen redelijk is, worden binnen die grenzen voor specifieke beoordelingssituaties en voor de omgang met factoren, bovendien vaak nadere beperkingen en criteria vastgesteld die aansluiten bij redelijkheidsvereisten en -waarden.

Lees verder:

Print Friendly and PDF ^