Artikel: De Vierde anti-witwasrichtlijn nader bekeken voor bepaalde juridische dienstverleners

Deze bijdrage richt zich op de gevolgen van de omzetting van de Vierde anti-witwas-richtlijn voor de juridische dienstverleners, zoals advocaten en notarissen en belastingadviseurs en accountants die werkzaam zijn binnen de Nederlandse vastgoedwereld. Daartoe wordt eerst ingegaan op de reikwijdte van de WWFT. Aansluitend wordt een kort overzicht gegeven van de WWFT-verplichtingen. Vervolgens komen de onderwerpen geheimhouding versus meldplicht en toezicht en handhaving aan de orde. Getoond wordt dat onder de Implementatiewet (van de Vierde anti-witwas-richtlijn) diverse verplichtingen voor juridische dienstverleners worden geïntroduceerd met betrekking tot de risicobeoordelingen onder de WWFT.

Ten aanzien van het cliëntenonderzoek geldt voor hen meer regulier en verscherpt onderzoek, minder vereenvoudigd onderzoek. Ook geldt de verplichting om een UBO-register bij te houden en de verplichting om (onder omstandigheden) een compliance functie op te richten. Betoogd wordt dat het onontkoombaar is dat deze verplichtingen voor de juridische dienstverleners zullen leiden tot een verzwaring van de administratieve lasten, hetgeen met name de kleine instellingen zal treffen. Tegen de achtergrond van het reeds bestaande spanningsveld tussen geheimhouding en transparantie, dat voor (een deel van) deze juridische dienstverleners geldt, zal de implementatie van de Vierde anti-witwasrichtlijn deze dienstverleners de nodige hoofdbrekens bezorgen, zo wordt betoogd.

Lees verder:

 

Print Friendly and PDF ^