'De ondersteuning en advisering van BING bij de toepassing van de Wet Bibob'

Nederlands meest bekende externe integriteitsbureau is het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten (BING). Dit commerciële bureau geniet vooral bekendheid wegens integriteitsonderzoeken die het verricht naar gedragingen van overheidsfunctionarissen in de ruimste zin des woords. Hoewel BING voornamelijk wordt beschouwd als een extern bureau ter uitvoering van integriteitsonderzoeken naar gedragingen van overheidsfunctionarissen, biedt BING eveneens ondersteuning aan gemeenten ter implementatie en uitvoering van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob). BING geeft aan dat het kan adviseren in complexe Bibob-zaken, kennis kan aandragen van onderzoeksmethoden in het kader van het door de gemeente te verrichten eigen Bibob-onderzoek, het leveren van financiële en forensische onderzoeksexpertise en extra vertrouwelijke ‘handjes’ aanbieden wanneer er teveel werk is voor de Bibob-ambtenaar. Ook geeft dit bureau aan dat het kan adviseren en ondersteunen bij de zelfstandige intrekking van beschikkingen op grond van de Wet Bibob. Dit betekent dat een vergunning wordt ingetrokken zonder een advies van het Landelijk Bureau Bibob.

Op het eerste gezicht lijkt dit aanbod van diensten niet problematisch, maar het ‘binnenhalen’ van BING als externe deskundige ter advisering en ondersteuning van een Bibob-onderzoek kan leiden tot onduidelijkheden. Ten eerste bestaat onduidelijkheid hoe ver deze advisering en ondersteuning van BING kan gaan. Gaat deze ondersteuning zó ver dat BING ook een zelfstandig Bibob-onderzoek voor het bestuursorgaan kan uitvoeren en hiermee zou zijn aan te merken als de private tegenhanger van het Landelijk Bureau Bibob? Ten tweede is het is niet geheel duidelijk in hoeverre de regels omtrent advisering die zijn neergelegd in afdeling 3.3 Awb van toepassing zijn op adviezen van BING. Is bijvoorbeeld de vergewisplicht van artikel 3:9 Awb van toepassing, indien een bestuursorgaan een Bibob-besluit neemt dat is gegrond op een onderzoek of advies van BING? Ten derde is met de inwerkingtreding van de Evaluatie- en uitbreidingswet Bibob de mogelijkheid van het eigen Bibob-onderzoek van het bestuursorgaan verruimd en is de ondersteuning van het Regionale Informatie en Expertise Centrum (RIEC) aan het bestuursorgaan verbeterd. Hierdoor is de toegevoegde waarde van BING ten opzichte van het RIEC onduidelijker geworden. Deze drie kwesties rechtvaardigen naar mijn mening een nadere analyse van de ondersteuning en advisering van BING ten aanzien van de toepassing van de Wet Bibob door bestuursorganen.

In deze bijdrage staat de vraag centraal of BING gelegitimeerd is om te adviseren over de mate van gevaar, zoals bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet Bibob en zo ja, welke zorgvuldigheidseisen op dit advies van toepassing zijn. Om deze vraag te beantwoorden wordt allereerst de algemene werkwijze van BING besproken. Ten tweede wordt het eigen Bibob-onderzoek van het bestuursorgaan aan een analyse onderworpen. Ten derde wordt een analyse verricht naar de toepasselijkheid van de zorgvuldigheidseisen, die voortvloeien uit artikel 3:9 Awb, op het onderzoek en het advies van BING. Er wordt geëindigd met een conclusie.

Lees verder:

 

 

Print Friendly and PDF ^

Hof: Gemeenten mogen geen leges hebben voor Bibob-onderzoek

Gemeenten kunnen leges heffen voor diensten die zij aan de burger verlenen. Een Bibob-onderzoek is echter geen dienst aan de burger. Daarom mogen gemeenten daarvoor geen leges in rekening brengen, heeft het gerechtshof in Den Bosch geoordeeld. Lees verder:

Print Friendly and PDF ^

Leestip: Wet Bibob

Wet Bibob (Serie Bijzondere Wetgeving - Deel 4) biedt professionals werkzaam binnen het vakgebied een toegankelijke en handige leidraad en vertaalt de theorie naar de dagelijkse praktijk. Er wordt uitgebreid ingegaan op de praktische kant van het toepassen van de wet Bibob en de wijzigingen die zijn doorgevoerd. De bestuurlijk juridische, de straf- privaatrechtelijke en de financiële kant van het Bibob-instrumentarium wordt in onderlinge samenhang beschreven en toegelicht aan de hand van vele praktijkvoorbeelden en actuele jurisprudentie. Door de systematische opzet, het heldere taalgebruik en de praktijkvoorbeelden is dit boek niet alleen bij uitstek geschikt voor professionals die werkzaam zijn bij de gemeente, de politie en het Openbaar Ministerie die zich dagelijks bezighouden met de implementatie en toepassing van de Wet Bibob maar het handboek is ook uiterst geschikt voor professionals in de horecabranche zelf, de advocatuur en juridische of financiële adviseurs van horecaondernemers. Per 1 juli 2013 is de gewijzigde Wet Bibob in werking getreden. Deze regelt de uitbreiding van de wet en bevat verbeteringen voor het gebruik ervan. Daarbij is met name gekeken hoe de lasten van ondernemers konden worden verlicht en hoe de uniformiteit bij het toepassen van de Wet Bibob kon worden bevorderd. De uitbreiding geldt voor de vastgoedsector, de kansspelsector, de vuurwerkimporteurs, vergunningen van de Huisvestingswet en de uitvoer, doorvoeren overdracht van strategische goederen en diensten.

Verder wordt door deze wetswijziging het voor bestuursorganen makkelijker gemaakt om eert een gedegen eigen onderzoek te doen naar de betrokkene. De bestuursorganen krijgen een betere informatiepositie, en de Regionale-Informatie en Expertisecentra worden beter toegerust om de bestuursorganen te ondersteunen bij de toepassing van de Wet Bibob.

Praktische Informatie

Titel boek: Wet Bibob
Auteur: Frank Joosten
335 blz.
Berghauser Pont Publishing | 1e druk | 2015
ISBN-13: 9789491930270

Klik hier om het boek te bestellen.

 

Print Friendly and PDF ^

Cursus Wet Bibob

Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Deze wet biedt bestuursorganen zoals gemeenten, provincies en het Rijk handvatten om de integriteit van houders en/of aanvragers van vergunningen en subsidies te toetsen en moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies, of bij aanbestedingen.

De toepassing van de Wet Bibob is echter niet onomstreden. In voornamelijk de bestuursrechtelijke literatuur is veel kritiek geuit op deze wet. De kritiek heeft onder andere betrekking op het feit dat de intrekking van een beschikking op grond van de Wet Bibob onder omstandigheden wellicht is aan te merken als een ‘criminal charge’ en in het verlengde hiervan sprake is van een gebrek aan rechtsbescherming voor de betrokkene(n). Voorts wordt het gedoogbeleid ten aanzien van de coffeeshops als problematisch ervaren (‘achterdeurproblematiek’).

Tijdens deze cursus wordt, naast het juridisch kader en de relevante rechtspraak, ingegaan op deze problematische aspecten van de Wet Bibob. Ook komen de verschillende aspecten van de advisering in het kader van de Wet Bibob aan bod en worden tips & tricks gegeven voor strafrechtjuristen met het oog op het bestuursrechtelijke karakter van de Bibob-procedure.

 

Programma

 

Reimer Veldhuis (Pels Rijcken) & Matthijs IJzerman (Landelijk Bureau Bibob)

Juridisch kader & Relevante rechtspraak

  • Juridisch kader, inclusief wetswijzigingen per 1 juli 2013
  • Bespreking van de kernbepaling: artikel 3 Wet Bibob
    • Mogelijkheden van bestuursorganen (o.a. weigering of intrekking van een vergunning)
    • Weigeringsgronden (de ‘A-grond’ en ‘B-grond’ en andere gronden)
    • Het begrip ernstig gevaar
    • De rol van derden: Bibob-relaties (o.a. zakelijke samenwerkingsverbanden)
    • Bewijslast onder het regime van de Wet Bibob.
  • Relevante rechtspraak
  • Adviezen van het Landelijk Bureau Bibob
    • Waarom worden deze adviezen gevraagd (financiering onduidelijk, tip van het OM)?
    • Hoe komt een dergelijk advies tot stand komt?
    • Welke informatie ligt eraan ten grondslag?
    • Van welke (open en gesloten) bronnen wordt gebruik gemaakt?
    • Het delen van informatie tussen bestuursorganen en informatie-uitwisseling tussen bestuursorganen en het Openbaar Ministerie
    • Hoe wordt door bestuursorganen omgegaan met deze adviezen en hoe moet de rechter ermee omgaan?
  • Tips & trics voor strafrechtjuristen ten aanzien van Bibob-procedures

 

 

Benny van der Vorm (Tilburg University)

Wet Bibob, Strafrecht & EVRM 

  • Knel- & discussiepunten Wet Bibob, o.a. de beoordeling van “ernstig gevaar”
  • Cherry picken; welke strafbare feiten al dan niet worden meegenomen in een Bibob-advies?
  • Achterdeurproblematiek
  • Artikel 6 EVRM & Criminal charge
  • Artikel 8 EVRM

 

 

Arthur de Groot (GMW Advocaten)

Over fact checking, vaart maken en broodnodig tegenwicht: De rol van de gemachtigde in Bibob-zaken

  • Preventie-advies: zakelijke verbanden
  • Belang van voorfase en zienswijze (feiten-onderzoek & dossiervorming)
  • Alternatieve oplossingen, al dan niet voorwaardelijk
  • Proportionaliteit en bescherming eigendomsrecht (artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM)

 

Klik hier voor het volledige programma.

 

Sprekers

 

Doelgroep

  • Advocaten
  • Adviseurs
  • Bedrijfsjuristen
  • Overheidsjuristen
  • Leden van de zittende magistratuur
  • Openbaar Ministerie
  • Academici

 

Praktische Informatie

Datum & tijd: Donderdag 23 april 2015 | 9.30 - 17.45 uur

Locatie: Plein 15-16 te Den Haag. Op loopafstand van station Den Haag Centraal en Den Haag Hollands Spoor (ca. 10 minuten).

Kosten: € 349,- excl. BTW

Nemen er meerdere personen van uw kantoor of organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt u beiden €35,- korting.

PO-punten: 6

 

Klik hier voor meer informatie of om in te schrijven.

 

 

Print Friendly and PDF ^

Cursus Wet Bibob

Op 1 juni 2003 is de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) in werking getreden. Deze wet biedt bestuursorganen zoals gemeenten, provincies en het Rijk handvatten om de integriteit van houders en/of aanvragers van vergunningen en subsidies te toetsen en moet voorkomen dat de overheid onbedoeld criminele activiteiten faciliteert door middel van het verlenen van vergunningen, subsidies, of bij aanbestedingen.

De toepassing van de Wet Bibob is echter niet onomstreden. In voornamelijk de bestuursrechtelijke literatuur is veel kritiek geuit op deze wet. De kritiek heeft onder andere betrekking op het feit dat de intrekking van een beschikking op grond van de Wet Bibob onder omstandigheden wellicht is aan te merken als een ‘criminal charge’ en in het verlengde hiervan sprake is van een gebrek aan rechtsbescherming voor de betrokkene(n). Voorts wordt het gedoogbeleid ten aanzien van de coffeeshops als problematisch ervaren (‘achterdeurproblematiek’).

Tijdens deze cursus wordt, naast het juridisch kader en de relevante rechtspraak, ingegaan op deze problematische aspecten van de Wet Bibob. Ook komen de verschillende aspecten van de advisering in het kader van de Wet Bibob aan bod en worden tips & tricks gegeven voor strafrechtjuristen met het oog op het bestuursrechtelijke karakter van de Bibob-procedure.

 

Programma

 

Reimer Veldhuis (Pels Rijcken) & Matthijs IJzerman (Landelijk Bureau Bibob)

Juridisch kader & Relevante rechtspraak

  • Juridisch kader, inclusief wetswijzigingen per 1 juli 2013
  • Bespreking van de kernbepaling: artikel 3 Wet Bibob
    • Mogelijkheden van bestuursorganen (o.a. weigering of intrekking van een vergunning)
    • Weigeringsgronden (de ‘A-grond’ en ‘B-grond’ en andere gronden)
    • Het begrip ernstig gevaar
    • De rol van derden: Bibob-relaties (o.a. zakelijke samenwerkingsverbanden)
    • Bewijslast onder het regime van de Wet Bibob.
  • Relevante rechtspraak
  • Adviezen van het Landelijk Bureau Bibob
    • Waarom worden deze adviezen gevraagd (financiering onduidelijk, tip van het OM)?
    • Hoe komt een dergelijk advies tot stand komt?
    • Welke informatie ligt eraan ten grondslag?
    • Van welke (open en gesloten) bronnen wordt gebruik gemaakt?
    • Het delen van informatie tussen bestuursorganen en informatie-uitwisseling tussen bestuursorganen en het Openbaar Ministerie
    • Hoe wordt door bestuursorganen omgegaan met deze adviezen en hoe moet de rechter ermee omgaan?
  • Tips & trics voor strafrechtjuristen ten aanzien van Bibob-procedures

 

 

Benny van der Vorm (Tilburg University)

Wet Bibob, Strafrecht & EVRM 

  • Knel- & discussiepunten Wet Bibob, o.a. de beoordeling van “ernstig gevaar”
  • Cherry picken; welke strafbare feiten al dan niet worden meegenomen in een Bibob-advies?
  • Achterdeurproblematiek
  • Artikel 6 EVRM & Criminal charge
  • Artikel 8 EVRM

 

 

Arthur de Groot (GMW Advocaten)

Over fact checking, vaart maken en broodnodig tegenwicht: De rol van de gemachtigde in Bibob-zaken

  • Preventie-advies: zakelijke verbanden
  • Belang van voorfase en zienswijze (feiten-onderzoek & dossiervorming)
  • Alternatieve oplossingen, al dan niet voorwaardelijk
  • Proportionaliteit en bescherming eigendomsrecht (artikel 1 Eerste Protocol bij het EVRM)

 

Klik hier voor het volledige programma.

 

Sprekers

 

Doelgroep

  • Advocaten
  • Adviseurs
  • Bedrijfsjuristen
  • Overheidsjuristen
  • Leden van de zittende magistratuur
  • Openbaar Ministerie
  • Academici

 

Praktische Informatie

Datum & tijd: Donderdag 23 april 2015 | 9.30 - 17.45 uur

Locatie: Plein 15-16 te Den Haag. Op loopafstand van station Den Haag Centraal en Den Haag Hollands Spoor (ca. 10 minuten).

Kosten: € 349,- excl. BTW

Nemen er meerdere personen van uw kantoor of organisatie deel aan de cursus, dan ontvangt u beiden €35,- korting.

PO-punten: 6

 

Klik hier voor meer informatie of om in te schrijven.

Print Friendly and PDF ^