Artikel: De vervolging gevolgd

Bij de invoering van ons huidige Wetboek van Strafvordering kreeg de fase van de vervolging een prominente positie. Die positie kreeg deze fase omdat de vervolging van oudsher sterk verbonden was met de rechtsbescherming van de verdachte. Ondanks die centrale positie en de relatie met de rechtsbescherming van de verdachte, is het de wetgever destijds niet gelukt de vervolging in het Wetboek van Strafvordering scherp af te bakenen. De poging om in artikel 136 ORO een vervolgingsbegrip te formuleren, werd uiteindelijk zonder succes afgeblazen. Daarmee liet de wetgever van 1926 de betekenis van de vervolging over aan de rechtspraktijk en wetenschap. Bij de huidige modernisering van het Wetboek van Strafvordering neemt de minister het heft echter (weer) in handen. Vanwege de centrale positie van de vervolging en de daaraan verbonden rechtsbescherming is diens conclusie evenwel opmerkelijk te noemen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Publiek-private samenwerking bij strafrechtelijke rechtshandhaving

‘Bedrijfsleven wil wetgeving om zelf fraude aan te pakken’ kopte het Financieele Dagblad op 13 januari 2022. Het bedrijfsleven heeft het idee om een cross-sectorale database op te zetten waarin fraudegevallen geregistreerd worden. Door gegevens uit die database uit te wisselen, zouden bedrijven fraude zelf effectiever kunnen aanpakken. Een vergelijkbaar systeem bestaat al ­jaren in het Verenigd Koninkrijk en zou daar voor miljarden aan schade hebben voorkomen. Op dezelfde dag dat het hiervoor genoemde krantenartikel verscheen, diende bij het Gerechtshof Den Haag het hoger beroep in een drietal zaken dat onderdeel uitmaakte van de ­zogenaamde ‘Proeftuin verzekeringsfraude’. Kern van ­deze Proeftuin verzekeringsfraude is dat het Openbaar ­Ministerie van verzekeringsmaatschappijen ‘panklare’ dossiers ontvangt over zaken van verzekeringsfraude, op basis waarvan het Openbaar Ministerie verdachten voor de rechter brengt. In eerste aanleg keurde de rechter deze werkwijze af: de officier van justitie werd niet-ontvankelijk verklaard, omdat vervolging ingesteld was op basis van feitenonderzoek dat niet door politie en het Openbaar Ministerie zelf was verricht.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: De rechtspositie van de rechtspersoon in het bestraffend publiekrecht

Rechtspersonen zijn vanaf de twintigste eeuw een steeds belangrijkere rol gaan spelen in onze samenleving. Inmiddels zijn zij doorgedrongen tot alle facetten van het dagelijks leven en hun belang als sociale actoren is op een aantal terreinen velen malen groter dan dat van individuen. De toegenomen maatschappelijke relevantie van rechtspersonen heeft geleid tot een zoektocht naar mogelijkheden om te bewerkstelligen dat relevante wet- en regelgeving ook op rechtspersonen van toepassing is, en dat rechtspersonen aansprakelijk kunnen worden gesteld in geval van overtreding van die wet- en regelgeving. Het strafrecht en het bestraffend bestuursrecht – tezamen aangeduid als het bestraffend publiekrecht – spelen daarin inmiddels een belangrijke rol, maar dat is een relatief recent verschijnsel. De korte geschiedenis van de rechtspersoon in het strafrecht en de stormachtige ontwikkelingen in het bestraffend ­bestuursrecht dragen eraan bij dat er diverse vragen bestaan omtrent de rechtspositie van de rechtspersoon in het ­bestraffend publiekrecht. In die openstaande vragen is de aanleiding voor, en relevantie van het onderzoek gelegen.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Nepreviews aangepakt: (n)iets nieuws onder de zon?

Door de bomen aan nepreviews, zien consumenten vaak het bos niet meer. Nieuwe wetgeving moet het gebruik van nepreviews aan banden leggen. Maar is die wetgeving echt zo vernieuwend? Ook voor de komst van de nieuwe wet was er al veelvuldig aandacht voor nepreviews.

Read More
Print Friendly and PDF ^

Artikel: Publiciteit over strafzaken: de rol van de gerechten

Gerechten verstrekken informatie aan de pers over aankomende strafzaken, zodat journalisten zich hierop kunnen voorbereiden. Deze informatieverstrekking geschiedt soms ruimhartig, door het verstrekken van niet-geanonimiseerde afschriften van dagvaardingen, en soms summier. Bij dergelijke informatieverstrekking dienen gerechten zich echter rekenschap te geven van het spanningsveld tussen effectieve openbaarheid van rechtspleging enerzijds en bescherming van de (privacy)rechten van hen die in een strafzaak worden betrokken anderzijds. In deze bijdrage wordt de huidige praktijk in dat licht bezien. Besloten wordt met enkele aanbevelingen voor verbetering.

Read More
Print Friendly and PDF ^