Wijziging van de Wet op het financieel toezicht & andere wetten op het terrein van de financiële markten

Minister Dijsselbloem van Financiën stuurt de Tweede Kamer mede namens de minister van Veiligheid en Justitie, de nota van wijziging bij de wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten op het terrein van de financiële markten (Wijzigingswet financiële markten 2015), een afschrift van het nader rapport en een afschrift van het advies van de Raad van State.

Achtergrond

De Wijzigingswet financiële markten 2015 bevat wijzigingen van de Wet op het financieel toezicht (Wft) en van andere wetgeving op het terrein van de financiële markten. Het wetsvoorstel maakt onderdeel uit van een jaarlijkse wijzigingscyclus, waarbij als uitgangspunt wordt gehanteerd dat daarin alle nationale wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten wordt opgenomen. Het wetsvoorstel heeft als beoogde inwerkingtredingdatum 1 januari 2015.

In dit wetsvoorstel wordt uitvoering gegeven aan twee onderdelen uit het regeerakkoord: de uitbreiding van de geschiktheids- en betrouwbaarheids- toetsing alsmede de uitbreiding van de eed of belofte voor personen werkzaam in de financiële sector. Daarnaast wordt in dit wetsvoorstel de bevoegdheid geïntroduceerd voor DNB om ten behoeve van haar financiële stabiliteitstaak gegevens op te vragen bij (semi)overheidsinstellingen, ondernemingen, vrije beroepsbeoefenaren, instellingen en rechtspersonen. Tevens bevat het wetsvoorstel nog een aantal kleinere wetswijzigingen op het terrein van de financiële markten.

Print Friendly and PDF ^

Marktmisbruik: EU stelt strafrechtelijke sancties vast om marktintegriteit te verdedigen

De Raad voor de Europese Unie heeft vandaag het voorstel van de Europese Commissie voor een verordening over marktmisbruik en haar voorstel voor een richtlijn over strafrechtelijke sancties voor marktmisbruik formeel goedgekeurd. Dit volgt op de stemmingen in de plenaire vergadering van het Europees Parlement waarmee de verordening en de richtlijn werden gesteund van respectievelijk 10 september 2013 en 4 februari 2014.

Vicevoorzitter Viviane Reding, EU-commissaris voor Justitie, en commissaris voor Interne Markt en Diensten, Michel Barnier, verklaarden: "De goedkeuring van vandaag is een krachtige zero tolerance-waarschuwing voor diegenen die zich schuldig maken handel met voorkennis en marktmanipulatie. Dit toont aan dat Europa vastbesloten is om de integriteit van zijn financiële markten te beschermen en criminelen die geld willen verdienen door opzettelijk informatie te manipuleren, af te schrikken. Administratieve autoriteiten zullen voortaan meer bevoegdheden hebben om marktmisbruik te onderzoeken en boetes op te leggen die miljoenen euro kunnen bedragen, terwijl degenen die schuldig worden bevonden aan marktmisbruik, zullen worden afgeschrikt door het vooruitzicht van een gevangenisstraf in de hele Unie. De tijd is gekomen om nu de wetgeving in de praktijk om te zetten: de lidstaten zouden deze nieuwe regels snel ten uitvoer moeten leggen zodat de criminelen zich nergens in Europa nog kunnen verstoppen."

Volgende stappen: Na de ondertekening van de verordening en de richtlijn door de voorzitters van het Europees Parlement en de Raad en de bekendmaking ervan in het Publicatieblad, naar verwachting aankomende juni, zal de Commissie over een periode van 24 maanden beschikken om uitvoeringsmaatregelen voor de verordening vast te stellen en zullen de lidstaten over die periode beschikken om de richtlijn in nationaal recht om te zetten.

De goedkeuring van de verordening betekent dat:

  • de bestaande regels inzake marktmisbruik worden uitgebreid tot misbruik van de elektronische handelsplatforms, die de afgelopen jaren snel in aantal zijn toegenomen;
  • via hoogfrequente handel uitgevoerde misbruikstrategieën duidelijk verboden zijn;
  • degenen die benchmarks zoals LIBOR manipuleren, zich schuldig maken aan marktmisbruik en aan hoge boetes worden onderworpen;
  • marktmisbruik dat zowel op grondstoffenmarkten als op aanverwante derivatenmarkten plaatsvindt, verboden is en de samenwerking tussen de voor het toezicht op de financiële en de grondstoffenmarkten verantwoordelijke autoriteiten wordt versterkt;
  • het afschrikkend effect van de wetgeving veel groter zal zijn dan nu, met de mogelijkheid van geldboetes van ten minste het drievoudige van de door marktmisbruik verkregen winst, of ten minste 15 % van de omzet van ondernemingen. De lidstaten kunnen beslissen om verder te gaan dan dit minimum.

De goedkeuring van de richtlijn betekent dat:

  • er voor de hele EU geldende definities komen van misdrijven van marktmisbruik, zoals handel met voorkennis, onwettige openbaarmaking van informatie en marktmanipulatie;
  • er gemeenschappelijke strafrechtelijke sancties komen, zoals boetes en vrijheidsstraffen van minstens vier jaar voor handel met voorkennis en marktmanipulatie en twee jaar voor onwettige openbaarmaking van interne informatie;
  • rechtspersonen (bedrijven) aansprakelijk worden gesteld voor marktmisbruik;
  • de lidstaten hun rechtsmacht moeten vestigen voor deze strafbare feiten als die op hun grondgebied plaatsvinden of als de dader een staatsburger is;
  • de lidstaten ervoor moeten zorgen dat justitie en politie voldoende zijn opgeleid om deze zeer complexe zaken te behandelen.

Voor meer informatie:

 

Print Friendly and PDF ^

Weekers overweegt wetswijziging naar aanleiding van Liborboete

Geldboetes en schikkingen die zijn betaald aan een buitenlandse overheid, zijn op grond van de Nederlandse wet in beginsel aftrekbaar. Echter, voordat tot aftrekbaarheid van een buitenlandse boete of schikking kan worden gekomen, moet wel vaststaan of deze boete of schikking niet kan worden toegerekend aan een buitenlandse dochtermaatschappij of aan een buitenlandse vaste inrichting (filiaal). Immers, als de boete in het buitenland thuishoort, kan er geen sprake zijn van aftrek in Nederland.  De wetgever heeft destijds bij de parlementaire behandeling in 1990 om de volgende redenen afgezien van het uitbreiden van de niet-aftrekbaarheid tot boetes die aan een buitenlandse overheid zijn betaald:

 1) Voor buitenlandse (niet EU-) boetes geldt dat er geen inbreuk op de Nederlandse rechtsorde is geweest. Bij boetes die door de Nederlandse overheid zijn opgelegd, is de niet-aftrekbaarheid ingevoerd om te voorkomen dat de in Nederland opgelegde straf wordt uitgehold doordat de boete ten laste van de winst kan worden gebracht.

 2) Uitbreiding tot buitenlandse boetes zou kunnen inhouden dat ook de aftrekbaarheid wordt uitgesloten voor vergrijpen die het Nederlandse rechtsbestel niet kent of indien bij de berechting van een gedraging niet de algemeen aanvaarde beginselen van een behoorlijk strafrechtspleging in acht zijn genomen.

 3) Een meer praktisch bezwaar is dat het voor toetsing van de aftrekbaarheid van de in het buitenland opgelegde boetes de fiscus zou moeten kunnen beschikken over adequate informatie omtrent de veroordelingen tot deze geldboetes. Indien de niet-aftrekbaarheid zich zou uitstrekken tot buitenlandse boetes en de Belastingdienst steeds zou moeten toetsen of een buitenlandse boete voldoet aan de Nederlandse maatstaven, zou dat leiden tot meer uitvoeringslasten.

 Voor fiscale doeleinden kan een voorziening worden getroffen ten laste van de fiscale winst indien op de balansdatum duidelijk is dat een toekomstige betaling moet worden gedaan die zijn oorsprong vindt in feiten en omstandigheden die zich voorafgaand aan de balansdatum hebben voorgedaan. Daarbij geldt dat er een redelijke mate van zekerheid moet bestaan dat de uitgaven zich ook daadwerkelijk materialiseren en bovendien toerekenbaar zijn aan het onderhavige jaar. Wellicht ten overvloede merk ik op dat vorming van een voorziening niet aan de orde kan zijn indien de gemaakte uitgaven niet voor aftrek in aanmerking komen op grond van een wettelijke bepaling.

 Er bestaat geen verschil in fiscale behandeling van een opgelegde boete of het aangaan van een schikking. Deze worden fiscaal op een gelijke wijze behandeld. Schadevergoedingen daarentegen vloeien voort uit een privaatrechtelijke rechtsbetrekking en kunnen als kosten die samenhangen met het drijven van een onderneming in mindering worden gebracht bij de bepaling van de belastbare winst. Overigens kent het Nederlandse burgerlijk recht als zodanig geen schadevergoedingen van punitieve aard.

 Weekers vraagt zich echter sterk af of een onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boetes in het huidige tijdsgewricht nog wenselijk is. De staatssecretaris overweegt daarom voor te stellen ook buitenlandse boetes niet langer in aftrek toe te laten. Ik zal daarover zo mogelijk dit jaar nog of anders begin volgend jaar een brief aan de kamer sturen. Daarin zal ik de gevolgen van een eventuele wijziging, onder andere voor de uitvoerbaarheid daarvan, tegen het licht houden. Daarbij wil ik ook bekijken hoe voorkomen zou kunnen worden dat het in het buitenland actieve Nederlandse bedrijfsleven onevenredig zwaar zou worden getroffen door in het buitenland opgelegde geldboetes die in een vergelijkbaar geval nooit in Nederland zouden kunnen worden opgelegd.

 Vragen van de leden Nijboer en Groot (beiden PvdA) aan de minister van Financiën over het bericht dat de Rabobank heeft aangekondigd de Liborboete in mindering te brengen op de nettowinst van de bank

 

Print Friendly and PDF ^

Overzicht belangrijkste voornemens en ontwikkelingen van wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten

Dijsselbloem heeft afgelopen 8 juli een overzicht verzonden van de belangrijkste voornemens en ontwikkelingen ten aanzien van wet- en regelgeving op het terrein van de financiële markten, aan de hand van de wetgevingswensen van De Nederlandsche Bank (DNB) en de Autoriteit Financiële Markten (AFM).

Actuele ontwikkelingen

Europees toezicht

Dijsselbloem acht snelle overeenstemming over de oprichting van een Europese bankenunie van belang. Er wordt daarom ook stevig ingezet in Europa opdat alle elementen die daarvan onderdeel uitmaken goed geregeld zijn.

Implementatie en vormgeving nationale regelgeving

De minister is voornemens in overleg met DNB en de AFM te verkennen op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat de Wft ook in de toekomst een adequaat wetgevingskader vormt waarin nationale en Europese regels zonder problemen kunnen worden ingepast.

EIOPA preparatory guidelines

Eerst wordt de definitieve EIOPA prepatory Guidelines afgewacht, voordat bezien wordt of en in hoeverre het noodzakelijk is om in lijn met die Guidelines het Bpr aan te passen. Wel wordt er reeds - voorafgaand aan Solvency II – gewerkt aan verdere versterking van het verzekeringstoezicht.

Eerder geformuleerde wetgevingswensen

Trigger event bepalingen

In het richtlijnvoorstel voor herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (bank recovery en resolution directive; BRRD) is voorzien in een uitbreiding van de trigger event regeling tot zogenoemde ‘crisis prevention measures’. Dijsselbloem zal bij de implementatie van de richtlijn deze uitbreiding van de trigger event regeling in nationale wetgeving omzetten.

Oversight betalingsverkeer

De invoering van het toezicht op afwikkelondernemingen en het voorgenomen aanpassing van artikel 3:17 Wft zijn een uiting van het belang dat Dijsselbloem hecht aan goed toezicht op betalingsverkeer. Het betalingsverkeer wordt steeds internationaler en er doen zich veel nieuwe ontwikkelingen voor. Dijsselbloem blijft graag in gesprek met DNB over de vormgeving van het toezicht en het waarborgen van betrouwbaarheid in de gehele keten van het betalingsverkeer.

Vvgb-plicht voor dividenduitkeringen door banken

Artikel 3:96 van de Wft zal in lijn met de wens van DNB worden aangevuld.

Schorsen beleidsbepalers en commissarissen

Vooralsnog is Dijsselbloem van mening dat de Wft de mogelijkheid biedt voor een toezichthouder om, in geval van twijfel aan betrouwbaarheid van een beleidsbepaler of commissaris, een onderneming een aanwijzing te geven waarin die onderneming wordt gevraagd om de betrokken beleidsbepaler of commissaris te schorsen. Het is naar zijn mening vooralsnog niet nodig of wenselijk om regelgeving op te stellen die het mogelijk maakt om ook al bij twijfel aan geschiktheid een aanwijzing met een dergelijke inhoud te kunnen geven.
De discussie hierover zet Dijsselbloem graag voort met de toezichthouders.

Beleggingsondernemingen derde landen

Conform de wens van DNB bevat het implementatiewetsvoorstel richtlijn kapitaaleisen (CRD IV) een regeling voor beleggingsondernemingen uit derde landen die geënt is op die voor bijkantoren van banken uit derde landen. De eis van vestiging via een bijkantoor in Nederland is daarin niet opgenomen, aangezien Dijsselbloem deze te ver strekkend vind.

Portefeuille-overdracht verzekeraars

In lijn met de wens van DNB worden artikel 3:118 Wft en artikel 2 van Besluit bijzondere prudentiële maatregelen beleggerscompensatie en depositogarantie Wft aangepast.

Nieuwe wetgevingswensen

Macroprudentiële bevoegdheden

In het implementatiewetsvoorstel richtlijn CRD IV wordt DNB als ‘designated authority’ voor de toepassing van de in de CRD IV genoemde macroprudentiële instrumenten aangewezen. Vanwege de rol van de minister van Financiën ten aanzien van de stabiliteit van het financiële stelsel en de mogelijke invloed van bepaalde maatregelen op het functioneren van de reële economie en de nationale vastgoedmarkt, wordt voor de in de met CRD IV samenhangende verordening (CRR) genoemde instrumenten bezien op welke manier de betrokkenheid van de minister tot uitdrukking kan worden gebracht.

Evaluatie interventiewet

De door DNB opgebrachte punten zullen worden meegenomen in de evaluatie van de Interventiewet. In de evaluatie zal ook aandacht worden besteed aan de samenloop tussen de BRRD en de Interventiewet. De verwachting is dat de evaluatie van de Interventiewet dit najaar zal worden afgerond. De Tweede Kamer zal te zijner tijd worden geïnformeerd over de uitkomsten van deze evaluatie. Eventuele aanpassingen van de Interventiewet die voortkomen uit de evaluatie van deze wet zullen parallel aan de implementatie van de BRRD plaatsvinden, voor zover de implementatietermijn van de BRRD zulks mogelijk maakt.

Transparantie

Dijsselbloem staat positief tegenover de wens van DNB. Hij zal in overleg met DNB de mogelijkheden verkennen van een wettelijke bevoegdheid om geselecteerde gegevens op de website te kunnen publiceren.

Covered bonds

Dijsselbloem zal conform het verzoek van DNB de gezamenlijk te ontwikkelen voorstellen ten aanzien van covered bonds implementeren en – voor zover nodig de regelgeving aanpassen.

Aanwijzingsbevoegdheid Sanctiewet 1977

Dijsselbloem onderschrijft de wenselijkheid van een gericht handhavingsinstrumentarium in de Sanctiewet 1977 en zal in overleg treden met de Minister van Buitenlandse Zaken over de gevraagde introductie van een aanwijzingsbevoegdheid.

Toezicht trustkantoren

Dijsselbloem: "Ik onderken dat bij trustkantoren waar het dagelijks beleid wordt bepaald door niet meer dan één persoon sprake kan zijn van een verhoogd integriteitsrisico. In dat verband is in de voorgenomen herziening van de Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren een versterking van de compliancefunctie opgenomen. In aanvulling daarop ben ik voornemens te regelen dat ten minste twee natuurlijke personen het dagelijks beleid bepalen van een trustkantoor, tenzij blijkt dat de met bedoelde herziening van de Regeling integere bedrijfsvoering Wet toezicht trustkantoren dit risico adequaat wordt ondervangen. Daartoe zal ik het effect van die herziening, in overleg met DNB als toezichthouder, een jaar na inwerkingtreding evalueren." 

Implementatie depositogarantiestelsel

Volgens huidige planning zal het Besluit ex ante DGS, dat aan de zorgen van DNB tegemoet komt per 1 juli 2015 in werking treden. Voor de tussenliggende periode zal Dijsselbloem in overleg met DNB bezien welke oplossing tot inwerkingtreding van voornoemd Besluit haalbaar is.

Informatie-uitwisseling DNB-AFM inzake Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta)

Dit punt zal worden meegenomen in de Wijzigingswet Financiële Markten 2015.

Vvgb-plicht 403- verklaringen

Dit punt zal worden betrokken in de evaluatie van de Interventiewet.

Wetgevingswensen AFM 2013

Nationaal

  • Onderzoek naar de wenselijkheid van regelgeving met betrekking tot de volgende onderwerpen: de rol van de AFM bij de afhandeling van klachten door financiële ondernemingen; de mogelijkheid beleidsbepalers en commissarissen te schorsen in afwachting van een hertoetsing van de geschiktheid of betrouwbaarheid; en transparantie over de total cost of ownership (TCO).

Dijsselbloem beziet momenteel in overleg met de AFM en DNB of met betrekking tot de door de AFM genoemde onderwerpen nadere aanpassing van wet- en regelgeving nodig is.

  • Wensen op het terrein van de financiële verslaggeving, opgenomen in de wetgevingsbrief van 13 september 2012 en met betrekking tot artikel 2:403 BW, omzetting herwaarderingsreserve in kapitaal en volledig inzicht via register.

De wensen van de AFM op het terrein van de financiële verslaggeving vallen voor het merendeel onder de verantwoordelijkheid van de minister van Veiligheid en Justitie. De wens van de AFM met betrekking tot artikel 2:403 van het Burgerlijk Wetboek zal worden meegenomen in de herziening van de jaarrekeningrichtlijn. Ook zal het verschil in taalregime tussen het Burgerlijk Wetboek en de Wft op het terrein van de financiële verslaggeving, waar nodig, worden gestroomlijnd, via de Wijzigingswet Financiële Markten 2015. Voor wat betreft de overige wensen van de AFM op het terrein van financiële verslaggeving zal in overleg met het ministerie van V&J en de AFM worden bezien of hiervoor nadere aanpassing van wet- en regelgeving nodig is.

Europees

Evenals de AFM verwacht Dijsselbloem dat de komende jaren toenemende aandacht uitgaat naar de implementatie van Europese richtlijnen en aanpassing van nationale regelgeving aan Europese Verordeningen. Dit leidt tot meer toezichtconvergentie, hetgeen met het oog op een ordelijke werking van de financiële markten wenselijk is, maar ook zekere aandachtspunten met zich brengt, zoals de AFM constateert. Hierover kan het volgende worden opgemerkt.

  • Aandacht voor sector- specifieke karakter van Europese regels en de implementatie in cross- sectorale Wet op het financieel toezicht

Zoals hierboven reeds vermeld, is Dijsselbloem voornemens in overleg met DNB en de AFM te verkennen op welke wijze kan worden bewerkstelligd dat de Wft ook in de toekomst een adequaat wetgevingskader vormt waarin nationale en Europese regels zonder problemen kunnen worden ingepast.

  • Aandacht voor behoud van Nederlands niveau van consumentenbescherming

Nederland kent een hoog niveau van consumentenbescherming. Dijsselbloem zet zich in Europa in voor handhaving hiervan. Zo wordt getracht ervoor te zorgen dat de Europese Financiële Bijsluiter qua inhoud en reikwijdte zoveel mogelijk aansluit bij de huidige Nederlandse Financiële Bijsluiter.

  • Aandacht dat vormgeving van de Bankenunie niet negatief interfereert met de huidige gedragsregels

De rol van het gedragstoezicht in de bankenunie heeft de aandacht van de minister. Dijsselbloem zal bij de implementatie van de SSM-verordening goed oog houden voor het borgen van de gedragsrechtelijke aspecten en de rol van de AFM.

Overzicht bij de Tweede Kamer aanhangige en in departementale voorbereiding zijnde wetgevingstrajecten op het terrein van de financiële markten

  • Wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014 (33632): Het wetsvoorstel is in mei 2013 bij de Tweede Kamer ingediend. De Kamer heeft op 28 juni 2013 verslag uitgebracht.
  • Wetsvoorstel tot Wijziging van de Wet aansprakelijkheid kernongevallen in verband met de toepassing van artikel 1, onderdeel b, van het Verdrag van 29 juli 1960 inzake wettelijke aansprakelijkheid op het gebied van kernenergie (33660): Het wetsvoorstel is in juni 2013 bij de Tweede Kamer ingediend.
  • Implementatiewet richtlijn financiële conglomeraten I: Het wetsvoorstel is in maart 2013 bij de Tweede Kamer ingediend. De Kamer heeft verslag uitgebracht. De nota n.a.v. het verslag is op 5 juni 2013 naar de Kamer gestuurd.
  • Implementatiewet richtlijn kapitaalvereisten (CRD IV): Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding en wordt naar verwachting in oktober 2013 bij de Tweede Kamer ingediend.
  • Wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2015: Het wetsvoorstel is in departementale voorbereiding.
  • Voorstel van wet houdende wijziging van de Wet op het financieel toezicht in verband met het verstrekken van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen door de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten aan de Algemene Rekenkamer: Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in augustus 2013 bij de Tweede Kamer ingediend.
  • Wetsvoorstel ter aanvulling van de Wet op het financieel toezicht met regels met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop (32025): De bepalingen met betrekking tot het verlenen van afwikkeldiensten en het toezicht daarop worden meegenomen met het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2014.

Europees wetgevingsprogramma financiële markten

Reeds aangenomen Europese regelgeving

  • RICHTLIJN 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvency II): Implementatiedatum uitgesteld tot 01-01- 2016
  • RICHTLIJN 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (AIFM): De wet ter implementatie van de AIFM- richtlijn is gepubliceerd in het Staatsblad en zal op 22 juli 2013 in werking treden.
  • RICHTLIJN 2011/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 16 november 2011 houdende wijziging van de Richtlijnen 98/78/EG, 2002/87/EG, 2006/48/EG en 2009/138/EG betreffende het aanvullende toezicht op financiële entiteiten in een financieel conglomeraat (FICO I): Wetsvoor stel ligt bij de Tweede Kamer
  • RICHTLIJN 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013
betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (CRD IV): Ligt op schema, uiterste implementatiedatum is 31-12-2013
  • Richtlijn inzake kredietbeoordelaars (CRA III): ligt op schema, uiterste implementatiedtum is 21-12-2013
  • VERORDENING (EU) Nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad
van 26 juni 2013
betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (CRR): uiterste implementatiedatum 01-01-2014
  • Verordening inzake kredietbeoordelaars (CRA III)
  • Verordening Short selling 

Verwachte Europese regelgeving

Richtlijnen

  1. Herziening Depositogarantiestelsel (DGS) Richtlijn: De onderhandelingen gaan de triloog fase in.
  2. MIFID Richtlijn + herziening huidige uitvoeringsrichtlijn
De MiFID reguleert beleggingsondernemingen (en handelsplatformen). De MiFID bestrijkt een groot aantal onderwerpen waaronder: infrastructuur handelsplatformen, pre- en post trade transparantie, data consolidatie, transactierapportages, regulering derivaten en een breed scala aan gedragsregels en consumentenbescherming: De onderhandelingen bevinden zich in de triloog fase.
  3. Omnibus II
  4. Hypothekenrichtlijn: Momenteel bevinden de onderhandelingen zich in de afrondende fase.
  5. Herziening Overnamerichtlijn: In de eerste helft van 2013 heeft de Europese Commissie een advies uitgebracht. Hierin concludeert de Europese Commissie om thans niet tot herziening van de Overnamerichtlijn over te gaan maar te volstaan met Europese verduidelijking op een enkel onderdeel. Momenteel wordt aan deze verduidelijking gewerkt (via onder meer ESMA en questionnaires van de Europese Commissie).
  6. Herziening Transparantierichtlijn: Naar verwachting wordt de herziene Transparantierichtlijn in de tweede helft van 2013 vastgesteld.
  7. Richtlijn informatiedocument voor verpakte beleggingsproducten (PRIPs): Momenteel in de onderhandelingsfase.
  8. Herziening Richtlijn Verzekeringstussenpersonen (IMD II): De onderhandelingen zijn in 2012 gestart en zullen op enig moment worden hervat.
  9. Herziening Activities and supervision of institutions for occupational retirement provision (IORPs) Richtlijn: Voorstel wordt in de tweede helft van 2013 verwacht.
  10. Bank Recovery Resolution Richtlijn
In het kader van crisismanagement: De onderhandelingen gaan de triloogfase in.
  11. Financiële Conglomeraten Richtlijn (FICO II): Er wordt gewacht op een Commissievoorstel.
  12. Securities Law Richtlijn: Over cross border effectentransacties en uitoefening van stemrechten 
  13. Investor Compensation Schemes (ICS)
  14. Verzekeringsgarantiestelsel Richtlijn (Insurance Guarantee Scheme – IGS): Er wordt gewacht op een Commissievoorstel.
  15. UCITS V: De onderhandelingen zijn in 2012 gestart en zullen op enig moment worden hervat.
  16. Accountants Richtlijn: Momenteel in de onderhandelingsfase.
  17. 4e antiwitwasrichtlijn: De onderhandelingen zijn recent gestart.
  18. Benchmarks: Het voorstel zal naar verwachting juli 2013 worden gepubliceerd. De onderhandelingen zullen naar verwachting in de tweede helft van 2013 beginnen.

Verordeningen

  1. Single Supervisory Mechanism: In april 2013 is een definitief akkoord bereikt tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) over het juridisch kader van het SSM. Naar verwachting zal dit kader in september 2013 formeel worden aangenomen.
  2. MIFID Verordening + herziening huidige uitvoeringsverordening: Gekoppeld aan MIFID Richtlijn.
  3. Accountancy: Gekoppeld aan Accountants Richtlijn.
  4. Central Securities Depository
  5. Marktmisbruik: Momenteel in de onderhandelingsfase. De Raad en het Europees Parlement hebben een politiek akkoord bereikt maar de verordening wordt – gelet op de onderlinge samenhang - pas vastgesteld na de finalisering van de MIFID Richtlijn (en VO).

Bron: Wetgevingsbrief op het terrein van de financiële markten

Print Friendly and PDF ^