De verdachten hebben zich volgens de officier laten leiden door het oogmerk van persoonlijk gewin waardoor de beleggers nu achter het net vissen. “Verdachten hebben hiermee niet alleen het persoonlijk in hen gestelde vertrouwen van vele personen geschonden, maar tevens het vertrouwen dat men mag en moet kunnen hebben in het economische verkeer. Daarnaast hebben verdachten bovendien meermalen aanzienlijke geldbedragen, die uit deze oplichting afkomstig waren, in het zicht van het faillissement, onttrokken aan de boedel van Centurion Vastgoed B.V en al dan niet vervolgens witgewassen. Gezien de ernst van de feiten kan naar mijn mening alleen worden volstaan met onvoorwaardelijke gevangenisstraffen.”, aldus de officier.
De eerste verdachte hoorde een gevangenisstraf van 4,5 jaar, waarvan een half jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar, evenals een bestuursverbod voor 5 jaar tegen zich eisen. Tegen de tweede verdachte eiste de officier 4 jaar gevangenisstraf waarvan een half jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar en een bestuursverbod voor 5 jaar. De derde verdachte hoorde een eis van 3,5 jaar waarvan een half jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar tegen zich eisen. De officier eiste voor alle drie de verdachten de bijzondere voorwaarde dat zij zich gedurende de proeftijd onthouden van handelingen die erop zijn gericht om het publiek te laten participeren in enig beleggingsproduct.
De rechtbank doet op 20 juli a.s. uitspraak. De officier verzoekt de rechtbank om openbaarmaking van het vonnis.
Bron: OM