‘Middelen van de curator bij faillissementsfraude’

Opstelten heeft tijdens het Algemeen Overleg, afgelopen december, aangekondigd om de Tweede Kamer in het voorjaar van 2013 nader te informeren over voorgenomen maatregelen ter bestrijding van faillissementsfraude. Een van de voorgenomen civielrechtelijke maatregelen betreft het versterken van de informatiepositie van de curator doordat de failliet een algemene informatie- en medewerkingsplicht jegens de curator krijgt, alsmede de plicht om de curator alle relevante gegevensdragers terstond over te dragen.

De vraag rijst in hoeverre deze verplichtingen op de failliet en diens bestuurder rusten en aan welke versterking van de informatiepositie de curator verder behoefte heeft. Tevens is te bevorderen dat de curator de hem ten dienst staande middelen voldoende benut.

In dit artikel geeft de auteur, Willem van Nielen (partner bij Van Diepen Van der Kroef en curator te Den Haag), een overzicht van de effectieve informatiemiddelen van de curator, en worden voorstellen voor mogelijke verbetering van deze middelen die in de literatuur en in het Voorontwerp Insolventiewet zijn gedaan besproken.

Het ministerie heeft ook als maatregel aangekondigd om aan de curator (mede) de taak van fraudebestrijding te geven. Van belang is dat met deze maatregel niet wordt bereikt dat de (bestuurder van) failliet zich jegens de curator en RC op zijn strafrechtelijke zwijgrecht kan beroepen. Hiermee zou anders afbreuk worden gedaan aan de  - voor de afwikkeling van het faillissement zo belangrijke – inlichtingenplicht. Ook hier wordt in het artikel aandacht aan besteed.

Een andere voorgenomen maatregel betreft de verbetering van de Garantstellingsregeling Curatoren. De recente herziening van de regeling wordt besproken en tevens worden suggesties gedaan tot verdere verbetering van deze regeling.

In het kader van het doorlopend toezicht op rechtspersonen en het daarvoor recent in gebruik zijnde risicomeldingsysteem ‘TRACK’ heeft Opstelten in onderzoek op welke wijze deze slimmer is uit te voeren en meer is toe te spitsen op veranderende vormen van fraude. De curator is niet opgenomen in het wettelijke rijtje van personen/instanties waarmee de risicomeldingen kunnen worden gedeeld. Hier wordt kort bij stil gestaan.

Dit artikel verschijnt in het volgende maart/april nummer van het Tijdschrift voor Insolventierecht 2013/13 en is nu al te raadplegen via Kluwer Navigator.

Meer weten over faillissementsfraude? Meld je nu aan voor de cursus Faillissementsfraude die zal plaatsvinden op 12 september 2013 te Den Haag. Klik hier voor meer informatie.

Print Friendly and PDF ^

Doorzoeking Haagse woning wegens vermoeden faillissementsfraude

De FIOD heeft vandaag in Den Haag een woning doorzocht in een onderzoek naar vermoedelijke faillissementsfraude. Er is administratie en een computer in beslag genomen.

De verdenking is dat de 66-jarige bewoner van het pand ondanks herhaalde verzoeken van curatoren niet de (volledige) administratie van zijn failliete bedrijven heeft overhandigd, terwijl hij dat wel verplicht is. De bedrijven van verdachte zijn op 22 juni 2011 en 15 september 2011 failliet verklaard. Toen de BV’s failliet gingen hadden diverse schuldeisers circa 11 miljoen euro aan openstaande vorderingen.

Daarnaast wordt de 66-jarige man verdacht van een aantal onttrekkingen ter waarde van circa 115.000 euro. De BV’s hadden vijf panden in Maassluis in verhuur. Het vermoeden is dat de huur via een omweg op de privérekening van de verdachte werd gestort. Daarnaast zou verdachte een restaurantinventaris aan de boedel hebben onttrokken.

Het onderzoek staat onder leiding van het Functioneel Parket. Het handelsverkeer berust in belangrijke mate op vertrouwen. Faillissementsfraude ondermijnt dat vertrouwen en brengt de maatschappij schade toe. Daarom treedt de overheid hier tegen op.

Bron: Rijksoverheid

Print Friendly and PDF ^

Themazitting Faillissementsfraude

De officier van justitie in Den Haag heeft gisteren tegen zeven verdachten straffen geëist in faillissementsfraudezaken. De rechter deed direct uitspraak.

De officier van justitie hield in al haar strafeisen tegen de verdachten rekening met het belang van de samenleving. De samenleving wordt door faillissementsfraude benadeeld. Zo lopen ondernemers die nog geld behoren te krijgen dit bij faillissementsfraude mogelijk mis. Daarbij verdwijnt allengs het vertrouwen tussen ondernemers en raakt het economische verkeer daardoor ontwricht. Om deze reden wil het Openbaar Ministerie faillissementsfraude aanpakken.

De eerste verdachte, een 38-jarige man uit Zoetermeer werd bij verstek veroordeeld. De man runde een uitzendbureau tussen 2005 en 2010, tot hij failliet ging. De curator verzocht meerdere keren om de administratie, maar die werd niet door de man overhandigd. In de wet staat dat de bestuurders van bedrijven bij faillissement de boekhouding direct en ongeschonden aan de curator dienen te geven. In deze zaak is dit niet gebeurd en daarom is de man strafbaar. De officier van justitie woog ook de persoonlijke omstandigheden mee, zo was de man nooit eerder met justitie in aanraking geweest. De man werd conform eis veroordeeld: hij kreeg 60 uur werkstraf; indien hij deze niet goed uitvoert dan moet hij 30 dagen de cel in.

Een 64-jarige man uit Schipluiden kon geen volledige administratie aan de curator overhandigen: kasboeken en bankafschriften over 2009 en 2010 ontbraken. Uit onderzoek bleek dat de man debiteuren op een gegeven moment facturen liet betalen op zijn privérekening. In totaal werd op de privé rekening een bedrag van 508.316,10 euro gestort. Onderzoek wees uit dat de man grote bedragen van deze rekening opnam en dat hij ook bedragen aan privédoeleinden besteedde. In totaal gaat het om een bedrag van 120.578,39 euro.

De rechter veroordeelde de man overeenkomstig de eis veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden (met een proeftijd van 2 jaar) en een werkstraf van 80 uur.

Een 49-jarige man uit Rotterdam had een bedrijf op zijn naam staan als autoradiospecialist. In 2009 ging het bedrijf failliet. De curator deed in 2011 aangifte toen hij nog steeds geen administratie had ontvangen ondanks meerdere verzoeken. De man zegt dat het bedrijf zonder dat hij het wist op zijn naam is gezet. Hij heeft wel papieren getekend maar dacht dat dit ging om de verlenging van zijn contract.

De indruk van de curator was dat het hier een zogenaamde "katvanger" betrof.

De officier van justitie eiste 60 uur werkstraf waarvan 30 uur voorwaardelijk. De rechter achtte het feit wel wettig maar niet overtuigend bewezen en besloot tot vrijspraak.

De curator deed aangifte tegen een 63-jarige man uit Rotterdam die geen complete administratie kon overhandigen nadat zijn bedrijf failliet was gegaan. De man was onder andere verantwoordelijk voor de exploitatie van tennisbanen. Hij was bestuurder bij het bedrijf van 2007 tot en met 2011. Door het faillissement en de nasleep ervan was de man persoonlijk zwaar getroffen. De officier van justitie eiste een voorwaardelijke werkstraf van 80 uur en deze straf werd ook door de Politierechter opgelegd.

In de laatste zaak die voor de rechter kwam werden ook straffen opgelegd aan drie verdachten: een 46-jarige vrouw, een 55-jarige man en een 52-jarige man. Een kapperszaak ging in 2009 failliet. De ondernemers probeerden nog een doorstart te maken door in de vorm van een stichting verder te gaan, maar dit lukte niet. In 2011 ging ook de stichting failliet. Van beide bedrijven bleek de administratie niet op orde te zijn. De 46-jarige vrouw was samen met de 52-jarige man bestuurder van de stichting. De 52-jarige man had daarbij een kleinere rol en kreeg een voorwaardelijke werkstraf van 40 uur opgelegd van de rechter.

De 46-jarige vrouw kreeg100 uur werkstraf waarvan 40 uur voorwaardelijk. Zij was niet alleen betrokken bij de stichting maar ook al bij de eerdere kapperszaak. De 55-jarige man was alleen betrokken bij de kapperszaak die in 2009 failliet was gegaan. Hij werd veroordeeld tot 60 uur werkstraf, waarvan 20 uur voorwaardelijk.

De aanleiding voor de aanpak van deze vorm van eenvoudige faillissementsfraude in Den Haag was een signaal in 2010 van de Rechter Commissaris in faillissementen. Zij merkte op dat er sprake was van een aanzienlijk aantal faillissementen waarin de administratie ontbrak of niet op orde was. Daaraan werden geen strafrechtelijke consequenties verbonden. De aangiftebereidheid van curatoren was ook nauwelijks aanwezig: aangiftes die in het verleden wel werden gedaan, werden door politie en OM niet in onderzoek genomen, was de ervaring van curatoren.

In 2009 was ook door de top van het Openbaar Ministerie besloten dat aan deze vorm van fraude meer aandacht diende te worden besteed.

Om deze redenen nam de Haagse officier van justitie die het onderwerp faillissementen in haar portefeuille heeft, het initiatief om het project eenvoudige faillissementsfraude te starten. Bij de financiële recherche van politie Haaglanden en Hollands Midden werd hiervoor capaciteit vrij gemaakt, de curatoren werden ingelicht over de gewijzigde aanpak van politie en OM en zittingsruimte werd gereserveerd bij de Rechtbank.

Het project werpt inmiddels zijn vruchten af: curatoren doen weer regelmatig aangifte van faillissementsfraude en het aantal aangiftes stijgt nog steeds. Er hebben inmiddels vier themazittingen plaatsgevonden en voor 2013 zijn nog drie themazittingen gepland. De politie Den Haag heeft toegezegd het komende jaar 40 eenvoudige faillissementsfraudezaken in onderzoek te nemen.

Bron: OM

Print Friendly and PDF ^

Themazitting Faillissementsfraude

Vandaag werd door het OM Den Haag een speciale themazitting Faillissementsfraude georganiseerd. Zeven verdachten verschenen tijdens deze zitting voor de rechter. Het ging voornamelijk om directeuren van kleine en middelgrote bedrijven die geen (complete) administratie konden geven aan de curator.

De eerste verdachte is bij verstek veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 60 uur, conform de eis van de officier.

Print Friendly and PDF ^