Wetsvoorstellen herziening wetgeving ambtsdelicten Kamerleden en bewindspersonen naar Raad van State voor advies
/Minister Van Weel van Justitie en Veiligheid en minister Uitermark van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties sturen twee wetsvoorstellen naar de Raad van State voor advies. Deze voorstellen herzien de wettelijke regeling voor de opsporing, vervolging en berechting van ambtsdelicten door Kamerleden, ministers en staatssecretarissen.
De commissie-Fokkens heeft tekortkomingen geconstateerd in de huidige bijzondere procedure voor het opsporen, vervolgen en berechten van ambtsdelicten. Daarom wordt er met deze wetsvoorstellen gewerkt aan een herziening. Het kabinet neemt de aanbevelingen van de commissie-Fokkens hierin over.
De herziening loopt langs twee sporen. De bijzondere procedure is vastgelegd in de Grondwet en daarom moet de Grondwet worden gewijzigd om de fundamentele bezwaren tegen de bestaande regeling weg te nemen. De vervolgingsbeslissing wordt uit de politieke sfeer gehaald en bij de procureur-generaal van de Hoge Raad belegd en berechting vindt plaats in meerdere instanties. Daaraan voorafgaand worden met een wijziging van ‘gewone’ wetten al zoveel mogelijk knelpunten weggenomen binnen de bestaande kaders van de Grondwet. De huidige, deels verouderde en soms onduidelijke wettelijke regeling wordt vervangen door een gemoderniseerde regeling. De voorstellen zorgen er gezamenlijk voor dat voor de opsporing, vervolging en berechting van Kamerleden en bewindspersonen wegens ambtsdelicten zoveel mogelijk wordt aangesloten bij de reguliere strafrechtelijke procedure.
Minister Van Weel: “Zoals ook de commissie-Fokkens aangeeft is het voor het functioneren van een democratische rechtstaat van wezenlijk belang dat tegen ambtsdelicten van politieke ambtsdragers effectief kan worden opgetreden. Daarom vind ik het belangrijk dat met deze voorstellen stappen worden gezet om te komen tot een toekomstbestendig stelsel voor de opsporing, vervolging en berechting van ambtsdelicten begaan door Kamerleden en bewindspersonen.”
Minister Uitermark: “Het voorstel om de Grondwet te wijzigen doet recht aan het grote belang voor een democratische rechtsstaat dat effectief kan worden opgetreden tegen ambtsdelicten van politieke ambtsdragers. Alleen al het vermoeden dat politieke motieven een rol kunnen spelen in de beslissing een Kamerlid of bewindspersoon te vervolgen voor het begaan van een ambtsdelict moet voorkomen worden. Ook het fundamentele beginsel van hoger beroep moet geborgd zijn.”