Wetsvoorstel Wijziging van de Participatiewet met betrekking tot fraudevorderingen ingetrokken
/Het kabinet heeft bij monde van minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen) het wetsvoorstel Wijziging van de Participatiewet in verband met het uitsluiten van fraudevorderingen bij de vermogenstoets en het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld bij brief van 16 februari 2022 ingetrokken.
Het wetsvoorstel was gereed voor plenaire behandeling in de Eerste Kamer, maar werd op 19 januari 2021 aangehouden op verzoek van de toenmalig staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op 4 november 2021 stuurde de staatssecretaris een brief met mededeling over het opnemen van de inhoud van een door de Tweede Kamer aangenomen gewijzigd amendement over het beperken van het verbod tot medewerking aan een schuldregeling bij een fraudevordering tot gevallen van opzet of grove schuld in het voorstel Verzamelwet SZW 2022.
De vaste Eerste Kamercommissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) reageerde vervolgens dat zij de oplossing inhoudelijk wel steunde, maar dat deze oplossing niet paste in een ordentelijk verloop van de wetgevingsprocedure. De commissie SZW riep de staatssecretaris daarom op tot een alternatieve oplossing te komen. Op 16 november reageerde de staatssecretaris met zijn voornemen het wetsvoorstel in te trekken, waarmee niet langer twee wetstrajecten over hetzelfde onderwerp naast elkaar zouden doorlopen op hetzelfde onderwerp. Met de brief van minister Schouten van 16 februari jl. is de intrekking een feit.
De Verzamelwet SZW met daarin het gewijzigde amendement is op 14 december 2021 als hamerstuk door de Eerste Kamer afgedaan.
Achtergrond
Het wetsvoorstel zou de Participatiewet wijzigen waarmee openstaande vorderingen die zijn ontstaan wegens schending van de inlichtingenplicht in de sociale zekerheid worden uitgesloten van de vermogenstoets.
Het wetsvoorstel had als doel het wegnemen van de onterecht gunstige positie van mensen met fraudevorderingen bij de toegang tot het recht op bijstand zodat belanghebbenden worden geprikkeld om het (in het bezit gebonden) vermogen aan te wenden en (daarmee) de fraudevorderingen af te lossen en uitkeringsinstanties worden gestimuleerd om actief invulling te blijven geven aan de handhaving. Met deze wijziging zou worden tegemoetgekomen aan wensen van de Tweede Kamer en de uitkeringsinstanties om effectiever op te kunnen treden bij de handhaving en naleving van verplichtingen in de Participatiewet.
