Vrijspraak van opstellen valse leveringsovereenkomsten, geen oogmerk tot misleiding

Rechtbank Overijssel 20 oktober 2014, ECLI:NL:RBOVE:2014:5591

De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte in de periode van 1 juni 2007 tot en met 23 juni 2007 samen met een ander valse leveringsovereenkomsten heeft opgesteld.

De officier van justitie is van mening dat het ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen is en vordert dat verdachte wordt veroordeeld tot een werkstraf van 30 uren, bij niet verrichten te vervangen door 15 dagen hechtenis.

De verdediging stelt zich op het standpunt dat verdachte geheel moet worden vrijgesproken van het aan hem ten laste gelegde. De raadsman heeft daartoe gesteld dat niet bewezen kan worden dat verdachte bij het ondertekenen van de genoemde overeenkomsten het oogmerk van misleiding heeft gehad.

De tenlastelegging ziet op een viertal overeenkomsten betreffende de levering van inventaris en goodwill door bedrijf 1 CV aan bedrijf 2 BV, gedateerd op 8 juni 2007, 15 juni 2007 en 23 juni 2007. Deze overeenkomsten zijn valselijk opgemaakt omdat ze zijn gedateerd na 1 juni 2007, zijnde de datum van ontbinding van bedrijf 1 CV.

De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte met het ondertekenen van deze overeenkomsten het oogmerk tot misleiding heeft gehad.

De rechtbank zal verdachte derhalve van het tenlastegelegde vrijspreken. 

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^