Veroordeling wegens ‘zwartboeken’: verdachte heeft feitelijk leiding gegeven aan het opmaken van valse documenten en belastingfraude door in het kassasysteem van het bedrijf waarvan hij eigenaar was, omzet verborgen retour te boeken

Rechtbank Rotterdam 10 juni 2015, ECLI:NL:RBROT:2015:4224 De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan leiding geven aan het opmaken van valse documenten en belastingfraude door in het kassasysteem van het bedrijf waarvan hij eigenaar was, omzet verborgen retour te boeken. Door dat ‘zwartboeken’ werd een lager bedrag aan omzet gepresenteerd en in de administratie verantwoord, dan in werkelijkheid was gerealiseerd. Op basis van die te lage omzetcijfers zijn aangiften gedaan bij de Belastingdienst, waardoor te weinig belasting geheven is. De verdachte heeft zich ook schuldig gemaakt aan belastingfraude door op zijn aangiftebiljet onjuiste gegevens te vermelden.

(Technisch) onderzoek naar de kassa’s van bedrijf 1

Door de raadsvrouw is aangevoerd dat er geen (technisch) onderzoek gedaan is naar de kassa’s van de bedrijf 1 en/of de software op de kassa’s van de bedrijf 1, zodat niet gesteld kan worden dat de bevindingen zoals neergelegd in proces-verbaal met nummer AH-006 en de bevindingen van het Nederlands Forensisch Instituut ook van toepassing waren op de kassa’s van de bedrijf 1 en/of de software op de kassa’s van de bedrijf 1.

Het volgende is overwogen. Blijkens het proces-verbaal van ambtshandeling met nummer AH-006 en het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut is het kassasysteem ‘kassasysteem’ onderzocht. In dit kassasysteem is een (goed) verborgen functie aangetroffen, met welke verborgen functie omzet retour geboekt kan worden, zodat de in het systeem geregistreerde omzet lager is dan de werkelijk genoten omzet. Uit genoemd proces-verbaal en rapport blijkt ook dat als de functionaliteit voor het retour boeken wordt gebruikt, de retour geboekte omzet meestal niet te zien is op de Z-afslag en dat van deze retour geboekte omzet vrijwel alleen nog concrete sporen te vinden zijn in het bestand ‘journaal.db’. Het kenmerk van de retour geboekte omzet in het bestand ‘jourbaal.db’ is in dat geval de vermelding ‘BONRV’ bij de retour geboekte omzet.

In de bestanden op de (aan het kassasysteem gelinkte) computers van bedrijf 1 is gezocht op de vermelding BONRV, waarna 888 unieke vermeldingen BONRV zijn aangetroffen voor de periode van 12 juli 2008 tot en met 1 december 2008.

Daarnaast is uit onderzoek naar de zogenaamde .CSV bestanden gebleken dat in de periode 25 maart 2008 tot en met 22 april 2008 een groot bedrag is teruggeboekt.

Het door de FIOD en het Nederlands Forensisch Instituut onderzocht kassasysteem, betreft hetzelfde kassasysteem als gebruikt werd bij bedrijf 1.

Blijkens het dossier - waaronder de verklaringen van de getuige 1 - bevatte het kassasysteem van bedrijf 1 de functionaliteit waarmee omzet retour geboekt kon worden en was deze functie ook actief.

Op grond van het bovenstaande wordt geconcludeerd dat de bevindingen van de FIOD en het Nederlands Forensisch Instituut van toepassing zijn op het kassasysteem van de bedrijf 1. Voorts wordt geconcludeerd dat de in het kassasysteem van de bedrijf 1 aangetroffen boekingen met de vermelding BONRV, boekingen betreffen van retour geboekte omzet, welke gemaakt zijn met de verborgen functie voor het retour boeken van gemaakte omzet. Het verweer wordt derhalve verworpen.

Anders dan de verdediging is de rechtbank van oordeel dat bewezen kan worden dat de verdachte wist dat bij bedrijf 1 gebruik werd gemaakt van de verborgen retour functie. Daartoe baseert de rechtbank zich onder meer op de verklaring van de verdachte dat hij Z-afslagen maakte op de computer boven, in combinatie met het gegeven dat uit onderzoek naar de kassa’s is gebleken dat onder het bediendenummer van de verdachte in 2008 in ieder geval 26 verborgen retour boekingen zijn verricht.

De verdachte heeft verklaard dat de boekhouder altijd zijn belastingaangiftes invulde, en dat hij, verdachte, een print van die aangifte kreeg opgestuurd. Nu de belastingaangiftes (indirect) op de Z-afslagen werden gebaseerd en het niet anders kan dan dat de verdachte wist dat de omzet zoals geregistreerd (op de Z-afslagen) ten gevolge van verborgen retour boekingen incorrect was, is het tenlastegelegde onder 2 bewezen.

De verklaringen van de getuige 1

Door de raadsvrouw is aangevoerd dat de verklaringen van de getuige 1 onbetrouwbaar en innerlijk tegenstrijdig zijn en dat deze verklaringen zodoende niet voor het bewijs kunnen worden gebezigd.

Het volgende is overwogen.

De verklaringen van de getuige 1 vinden steun in meerdere andere bewijsmiddelen. Ook overigens acht de rechtbank de verklaringen van getuige 1 betrouwbaar. De verklaringen van de getuige 1 kunnen dan ook voor het bewijs worden gebezigd. Het verweer wordt verworpen.

Het document ‘naam getuige 1.doc’

Door de raadsvrouw is aangevoerd dat het document genaamd naam getuige 1.doc geen bewijs kan vormen nu onduidelijk is hoe het stuk op de computer van bedrijf 1 terecht is gekomen, nu onduidelijk is door wie het stuk is opgesteld en nu onduidelijk is wat er in de context van het document wordt bedoeld met ‘verborgen retour’ en ‘geheime retour’.

Het volgende is overwogen.

Het document met de naam ‘naam getuige 1.doc’ is aangetroffen op een computer in het pand van bedrijf 1. Zoals ook is verklaard door medeverdachte 1 kan het haast niet anders dan dat dit document verwijst naar getuige. getuige was werkzaam bij bedrijf 2 en hield zich bezig met onderhoud en storingen aan kassa’s. Hij is - zo verklaart hij bij de rechter-commissaris - minstens 10 keer bij bedrijf 1 geweest in verband met (problemen) met de kassa’s.

Uit het aantreffen van het document ‘naam getuige 1.doc’ op een computer van bedrijf 1 blijkt dat de verborgen retour knop bekend was bij bedrijf 1. Immers in het document zijn onder de kop ‘Kassa kantoor’ onder meer de opmerkingen ‘Bij kassa opties verborgen retourknop zonder tekst’ en ‘Verborgen retour telt bij in plaats van eraf’ opgenomen. De overige inhoud van het document sluit ook aan bij de functionaliteiten die draaiden op de (software op) de kassa’s van de bedrijf 1. De inhoud van het document sluit daarnaast aan bij de inhoud van het dossier. Het verweer wordt dan ook verworpen.

Wetenschap en feitelijk leiding geven

Door de raadsvrouw is aangevoerd dat de verdachte geen wetenschap had van de verboden gedragingen en dat hij geen feitelijk leiding gegeven heeft aan die verboden gedragingen.

Het volgende is overwogen.

Gezien de werking van het kassasysteem, zoals deze uit het dossier blijkt, in combinatie met de resultaten (zie AH-05) van het onderzoek naar de kassa’s van bedrijf 1, kan worden geconcludeerd dat tussen juli en december 2008 in ieder geval 888 maal omzet retour is geboekt. Dat slechts nog te zien is wat er aan omzet retour is geboekt en niet wat er op dat moment aan omzet is binnengekomen, doet daar niet aan af.

De verdachte was blijkens het dossier de ‘baas’ van bedrijf 1. De verdachte heeft zelf verklaard dat hij verantwoordelijk was voor de administratie, de bediendennummers, de Z-afslagen en dat hij de inkopen deed. De verdachte was zodoende degene die zicht had op de omzet van bedrijf 1. Ook was de verdachte degene die toegang had tot en zicht had op het contante geld dat in bedrijf 1 omging.

Op basis van het bovenstaande kan het niet anders dan dat de verdachte er van op de hoogte was dat er omzet retour werd geboekt op het kassasysteem van de bedrijf 1. Gezien zijn positie binnen bedrijf 1 is de verdachte aan te merken als feitelijke leidinggever aan het retour boeken van omzet bij bedrijf 1.

Feit 2

Nu de verdachte wist dat de omzet zoals geregistreerd (op de Z-afslagen) ten gevolge van verborgen retour boekingen incorrect was en dat de belastingaangiftes op deze registratie werd gebaseerd, is het tenlastegelegde onder 2 bewezen.

Voorwaardelijk verzoek tot het horen van getuigen

Door de raadsvrouw is verzocht om getuige 2 en 3 als getuigen te horen in het geval dat de rechtbank tot bewezenverklaring komt.

Het volgende is overwogen.

Er is geen enkele aanwijzing voorhanden dat sprake is geweest van een bewust ‘pootje lichten’ van bedrijf 1, dus wordt het (voorwaardelijk geformuleerde) verzoek om getuige 2 en 3 als getuigen te horen afgewezen.

Bewezenverklaring

  • Feit 1: medeplegen van valsheid in geschrift, terwijl het strafbare feit wordt begaan door een rechtspersoon en verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging;
  • Feit 2: opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl dat feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven;
  • Feit 3: medeplegen van opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl dat feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, terwijl het strafbare feit wordt begaan door een rechtspersoon en verdachte feitelijke leiding heeft gegeven aan de verboden gedraging.

Strafoplegging

De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^