Veroordeling wegens valsheid in geschrifte. Beroep op gelijkheidsbeginsel faalt.

Gerechtshof Den Haag 21 juli 2015, ECLI:NL:GHDHA:2015:2057 Verdachte heeft opzettelijk documenten vals opgemaakt op basis waarvan te hoge subsidie werd aangevraagd en is toegekend aan een Stichting.

Door de raadsman is bepleit dat het OM niet-ontvankelijk in de vervolging van de verdachte dient te worden verklaard, omdat er geen sprake is geweest van een redelijke en billijke belangenafweging omdat wel de verdachte en niet Persoon 1 en Persoon 2 zijn vervolgd.

Ter zitting in eerste aanleg heeft de officier van justitie als onderscheidend criterium aangebracht dat het verdachte is geweest – en niet Persoon 1 en Persoon 2 - die de gewraakte en op de tenlastelegging vermelde formulieren aantal patiënten heeft opgemaakt die als grondslag dienen voor de subsidieaanvragen en dat de verdachte zulks ook niet heeft ontkend. Van strijd met het verbod van willekeur of het gelijkheidsbeginsel is dan ook niet gebleken. Het verweer wordt daarom verworpen.

Het hof veroordeelt verdachte tot een voorwaardelijke geldboete van €5.000 met een proeftijd van 2 jaar. Bij de oplegging van de straf heeft het hof de media-aandacht in de onderhavige zaak meegewogen en het feit dat de verdachte inmiddels op gevorderde leeftijd is.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

Print Friendly and PDF ^