Veroordeeld voor faillissementsfraude na verkoop ‘hoofdpijn-BV’

De rechtbank Arnhem heeft vandaag een 46-jarige man uit Huizen veroordeeld voor faillissementsfraude. Hij verkocht zijn BV aan een voor hem onbekende persoon, betaalde deze persoon om hem van de BV af te helpen, terwijl hij wist dat het slecht ging met de BV. Onder deze omstandigheden heeft de man volgens de rechtbank de kans aanvaard dat door opvolgende directeuren die als "katvangers" fungeerden de schuldeisers benadeeld zouden worden. De man is conform eis veroordeeld tot een werkstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden.

Deze uitspraak is belangrijk voor het Openbaar Ministerie, omdat hieruit blijkt, dat ook BV verkopers die hun bedrijf verkopen enkel om van de schuldenpositie af te komen vervolgd kunnen worden, wanneer hij had kunnen voorzien dat de schuldeisers door de katvangers benadeeld zouden kunnen worden.

In deze casus verkocht de 46-jarige verdachte zijn transportbedrijf voor 1 euro aan een voor hem onbekend persoon, terwijl hij wist dat er faillissement dreigde voor het bedrijf. Voor deze verkoop betaalde hij ook 2500 euro aan een tussenpersoon die hij via een advertentie op marktplaats had leren kennen.

De faillissementswet zegt dat de bestuurder van een bedrijf hoofdelijk aansprakelijk kan zijn voor de schulden die een bedrijf achterlaat. Door de verkoop van zijn BV wilde de verkoper buiten schot blijven en aansprakelijkheid ontlopen. Het op deze manier in het zicht van faillissement je van je BV ontdoen is volgens het OM ook faillissementsfraude. Het OM is tevreden dat de rechtbank deze visie deelt.

Bron: Openbaar Ministerie

Print Friendly and PDF ^