Politierechter: bewijsuitsluiting en vrijspraak. Verdachte heeft bij confrontatie met nieuwe verdenking niet opnieuw een advocaat kunnen raadplegen.

Politierechter Rechtbank Midden-Nederland (locatie Utrecht) 4 april 2016, parketnummer 16/001649-16 Verdachte wordt aanvankelijk aangehouden voor heling van een kluis en het rijden onder invloed. Vervolgens wordt hij in verzekering gesteld voor opzetheling. Zowel voor het eerste verhoor, als tijdens het verhoor en erna (tijdens de IVS) geeft hij aan dat hij een gekozen raadsman wenst. De politie kiest ervoor om niet het kantoor van deze gekozen raadsman te benaderen, maar een piketadvocaat uit de regio. Verdachte spreekt uiteindelijk de piketadvocaat. Overigens is er geen situatie dat de gekozen raadsman wel in kennis is gesteld maar niet (op tijd) is gekomen. Het kantoor van de gekozen raadsman is simpelweg niet benaderd.

Een tweede situatie die zich voordoet is dat tijdens het tweede verhoor verdachte wordt geconfronteerd met een nieuw feit (diefstal van drank). Dit komt naar boven als de politie controleert of er nog andere zaken open staan. Hiervoor moet verdachte uiteindelijk ook in onderhavige zaak voorkomen. Tijdens het verhoor (dat aanvankelijk weer over de kluis gaat) geeft verdachte toe een fles drank te hebben gestolen.

De (gekozen) raadsman voert ter zitting bij de Politierechter twee verweren. Primair is, onder verwijzing naar het recent arrest van het EHRM Dvorski t. Kroatië, bepleit dat alle verklaringen moeten worden uitgesloten van het bewijs. In die EHRM-uitspraak is bepaald dat een ieder recht heeft op een gekozen raadsman. Verdachte heeft bovendien bij elke gelegenheid opnieuw aangegeven de gekozen raadsman te willen spreken. Er was dus sprake van een schending en derhalve diende alle verklaringen die verdachte heeft afgelegd (zonder dat hij zijn gekozen raadsman heeft gesproken) te worden uitgesloten van bewijs. Daarmee is onvoldoende bewijs en dient vrijspraak te volgen. Er zat namelijk enkel een zeer summiere aangifte in het dossier.

Subsidiair is bepleit dat in ieder geval de bekennende verklaring van verdachte ten aanzien van de drank moet worden uitgesloten van bewijs. Immers, verdachte is in verzekering gesteld voor opzetheling en heeft zijn advocaat slechts hierover kunnen spreken en ten aanzien van heling een procespositie kunnen bepalen. De aanwijzing rechtsbijstand bij politieverhoor schrijft voor dat bij een nieuwe verdenking de verdachte opnieuw een advocaat moet kunnen raadplegen. Om die reden is dan ook bewijsuitsluiting en vrijspraak bepleit.

De Politierechter is niet meegegaan in het verweer ten aanzien van Dvorski. Volgens de Politierechter gaat voorlopig de jurisprudentie van de Hoge Raad niet zo ver dat indien de verdachte geen gekozen raadsman heeft kunnen spreken de verklaringen worden uitgesloten van bewijs. De Politierechter sluit dus niet alle verklaringen uit van het bewijs.

Wel gaat de Politierechter mee in het subsidiaire verweer, omdat verdachte opnieuw een advocaat had moeten kunnen spreken en de politie hem hierop had moeten wijzen. De bekennende verklaring wordt uitgesloten van het bewijs. Verdachte wordt vrijgesproken omdat enkel de aangifte onvoldoende is.

Dit betreft een mondelinge uitspraak.

 

Ingezonden door Cem Polat (Guarda Advocaten)

 

Print Friendly and PDF ^