Nationale wetten versus lokale besluiten: Een spanningsveld voor burgemeesters

De constatering dat de burgemeester onderdeel is van een complex speelveld dat ook anno 2012 in beweging is, roept de vraag op wat dit betekent voor de uitoefening van de burgemeestersfunctie: met welke spanningsvelden heeft de Nederlandse burgemeester anno 2012 te maken, als gevolg van zowel ontwikkelingen op lokaal bestuursniveau als in nationaal beleid en hoe beïnvloeden deze spanningsvelden de uitoefening van de burgemeestersfunctie? In dit onderzoek wordt geconcludeerd dat zowel het lokale speelveld rond de burgemeester als het landelijke kader op basis van beleid en wetgeving in beweging zijn. Dat burgemeesters anno 2012 spanningsvelden als een normaal onderdeel van hun functie zien, neemt niet weg dat er potentiële problemen bestaan die zich bij de uitvoering van de burgemeestersfunctie kunnen manifesteren. Voor zover we verder kunnen spreken van spanningsvelden in de alledaagse praktijk, lijken deze zich voornamelijk voor te doen binnen de lokale speelruimte van de burgemeester. Het gaat dan om de negatieve gevolgen van afhankelijkheden tussen burgemeester en samenwerkingspartners in lokale en regionale samenwerkingsverbanden, personalisering van de burgemeestersfunctie en de verhouding tussen burgemeester en gemeenteraad. Daarnaast blijkt dat de recente toename aan landelijk beleid en wetgeving, burgemeesters vooral doet vrezen voor een verdere inperking van de lokale speelruimte. Voornamelijk op het terrein van lokale politiezorg en vreemdelingenbeleid kunnen nationale wetten op gespannen voet staan met lokale besluiten door burgemeesters. Ten slotte is het ontbreken van een vorm van effectieve doorzettingsmacht voor de burgemeester binnen min of meer horizontale samenwerkingsverbanden een van de weinige punten waar wij een mogelijk tekort aan burgemeestersbevoegdheden constateren.

 

Print Friendly and PDF ^