Kernroljurisprudentie: Schending art. 51 Sv & aanwezigheidsrecht van verdachte in eerste aanleg

Gerechtshof ’s-Hertogenbosch 29 augustus 2018, ECLI:NL:GHSHE:2018:3599

Het hof oordeelt dat de enkele omstandigheid dat de raadsman de verdachte in zijn hoedanigheid van beklaagde in de aan deze strafzaak voorafgaande beklagprocedure heeft bijgestaan, niet met zich brengt dat de raadsman door de politierechter of andere justitiële autoriteiten moest worden aangemerkt als raadsman die de verdachte bij gelegenheid van de behandeling van de strafzaak ter terechtzitting in eerste aanleg (eveneens) zou bijstaan.

Hoewel een stelbrief ontbreekt, had echter niet verzuimd mogen worden om aan de raadsman een afschrift van de dagvaarding te doen toekomen, omdat de raadsman de verdachte tijdens diens verhoor door de politie feitelijk heeft bijgestaan. De raadsman, die een kernrol vervult bij het onderzoek ter terechtzitting, is ter terechtzitting van de politierechter niet verschenen en evenmin is gebleken van een omstandigheid waaruit voortvloeit dat de dag van die terechtzitting hem tevoren bekend was. Gelet op het voorgaande had de politierechter niet aan de behandeling ten gronde mogen toekomen. De desondanks gehouden behandeling door de politierechter lijdt om die reden aan nietigheid.

Daarnaast is na de rechtsgeldige betekening van de inleidende dagvaarding doch vóór aanvang van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg alsnog een adres van de verdachte bij de politierechter bekend geworden, waarop hij in de basisregistratie personen was ingeschreven. Er bestond dus reden om het onderzoek ter terechtzitting te schorsen en alsnog een afschrift van de dagvaarding aan het nieuwe adres uit te doen brengen, teneinde de verdachte in de gelegenheid te stellen om in zijn tegenwoordigheid te worden berecht. Doordat de politierechter desondanks de zaak bij verstek heeft afgedaan, is het in artikel 6 van het EVRM besloten liggende aanwezigheidsrecht van de verdachte geschonden. Daarmee is de behandeling in eerste aanleg naar ’s hofs oordeel nietig.

Het preliminaire verweer slaagt. Volgt terugwijzing van de zaak naar de rechtbank teneinde op grond van de inleidende dagvaarding opnieuw te worden berecht en afgedaan.

Lees hier de volledige uitspraak.

 

 

Print Friendly and PDF ^