Gevangenisstraf voor de duur van 2 jaren voor o.a. witwassen en hypotheekfraude (met valse werkgeversverklaringen en valse salarissstroken hypotheken afsluiten voor zichzelf en anderen)

Rechtbank 's-Hertogenbosch 10 december 2012, LJN BY5617 Verdachte heeft zich onder meer schuldig gemaakt aan een aantal gevallen van hypotheekfraude. Verdachte heeft in vereniging, telkens ter verkrijging van hypothecaire geldleningen, documenten valselijk opgemaakt of laten opmaken. Ten behoeve van zijn eigen hypotheekaanvraag heeft hij ook daadwerkelijk gebruik gemaakt van deze valselijk opgemaakte documenten. Verdachte wist dat deze documenten niet juist waren.

Verdachte heeft voorts een gewoonte gemaakt van het witwassen van uit misdrijf afkomstige geldbedragen. Gebleken is dat verdachte er geen moeite mee heeft om de opbrengst van zijn crimineel handelen te gebruiken als 'normale' inkomsten. Verdachte heeft het geld onder meer gebruikt om zijn hypotheeklasten te voldoen en voor (luxe) goederen zoals onder meer een personenauto, een waterscooter en een trailer. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de legale economie en tast de integriteit aan van het financiële en economische verkeer.

Genoemde delicten zijn door verdachte gepleegd binnen het raamwerk van een criminele organisatie. Binnen deze structuur was verdachte één van de twee centrale figuren. Uit hierboven aangegeven bewijsmiddelen blijkt hij een wezenlijk aandeel te hebben in de uitvoering van de bewezen verklaarde delicten.

Verdachte heeft zich verder schuldig gemaakt aan hennepteelt en het aanwezig hebben van amfetaminepillen. Hij heeft met voorbijzien aan de gezondheidsrisico's voor gebruikers uit louter winstbejag een hennepkwekerij geëxploiteerd.

De rechtbank rekent het verdachte aan dat hij slechts met het oog op financieel gewin en schijnbaar met groot gemak deze feiten heeft gepleegd. Tevens heeft verdachte op geen enkele wijze inzicht getoond in het strafwaardige karakter van zijn handelen.

Ten slotte heeft verdachte een gasdrukpistool voorhanden gehad.

De rechtbank stelt vast dat verdachte blijkens een hem betreffend uittreksel justitiële documentatie reeds eerder ter zake van strafbare feiten werd veroordeeld.

De rechtbank is van oordeel, dat in verband met een juiste normhandhaving niet kan worden volstaan met het opleggen van een andersoortige of geringere straf dan een gevangenisstraf welke vrijheidsbeneming meebrengt voor de duur als hierna te melden. De rechtbank zal een straf gelijk aan de eis van de officier van justitie opleggen, nu de rechtbank van oordeel is dat de gevorderde straf de ernst van het bewezen verklaarde voldoende tot uitdrukking brengt. Anders dan de verdediging ziet de rechtbank in de leeftijd van verdachte en zijn persoonlijke omstandigheden geen aanleiding de door de officier van justitie gevorderde onvoorwaardelijke gevangenisstraf te matigen.

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van twee jaren.

 

Lees hier de volledige uitspraak.

Print Friendly and PDF ^