FIOD doet aanhoudingen in btw-carrouselfraude met frisdrank

De FIOD heeft in Bergen op Zoom 3 verdachten aangehouden in een strafrechtelijk onderzoek onder leiding van het Functioneel Parket naar BTW-carrouselfraude en ontduiking van verbruiksbelasting op alcoholvrije dranken. Het gaat om 2 mannen van 41 en 36 jaar en een 51-jarige vrouw. Ook zijn doorzoekingen gedaan in 2 woningen en 3 bedrijfspanden in Bergen op Zoom en 1 bedrijfspand in de gemeente Halderberge. Gelijktijdig vonden in België ook doorzoekingen plaats in een woning en een bedrijfspand van de vermoedelijke leverancier van de dranken. Met deze fraude is de Nederlandse schatkist ruim 1 mln euro misgelopen in de periode 2015 en 2016.

Er is beslag gelegd op fysieke en digitale gegevensdragers, ruim 40.000 euro contant geld, 2 auto’s waaronder een Jaguar XF 3.0 en 6 dure horloges. De Douane doet onderzoek naar de herkomst van 40 pallets frisdrank. Aan de politie is apparatuur voor een hennepkwekerij overgedragen.

De FIOD is het onderzoek gestart na een controle van de Belastingdienst en de Douane. Vastgesteld werd dat de vennootschappen A. en B. frisdranken kochten van leveranciers uit België, Duitsland en Luxemburg. A. gaf de verschuldigde omzetbelasting wel aan, maar heeft vermoedelijk de verschuldigde omzetbelasting niet afgedragen. De Belastingdienst en Douane kwamen deze fraude op het spoor doordat over de aangegeven omzet van frisdranken geen aangiften verbruiksbelasting werd ingediend. Bij controle  van de leveringen werd vastgesteld dat de goederen volgens de facturen werden doorverkocht aan B., terwijl op de onderzochte vrachtbrieven het adres van A. stond, waar geen opslagcapaciteit aanwezig zou zijn voor de grote hoeveelheden frisdranken.

Het vermoeden is dat vennootschap A. een ploffer is in een keten waarin B. de omzetbelasting als voorbelasting heeft teruggevraagd. Volgens de facturen heeft B. de goederen daarna geleverd aan ‘C’, bestaande uit voornamelijk buitenlandse afnemers, die kort na levering failliet zijn gegaan of niet meer traceerbaar waren. Ook bleek uit de facturatie dat goederen die bestemd waren voor buitenlandse afnemers ‘C’, volgens de vrachtbrief waren geleverd aan Nederlandse afnemers. Vermoedelijk is gebruikgemaakt van valse in- en verkoopfacturen als bewijs voor de zogenaamde verkoop zonder dat leveringen hebben plaatsgevonden om zo ten onrechte voorbelasting te claimen.

 

Bron: FIOD

Print Friendly and PDF ^